bestuur en grondgebied
De gemeentelijke herindelingen van 1812 en 1817 hadden voor Enkhuizen geen gevolgen. Tot de gemeente Enkhuizen horen ook het Westeinde en de buurtschap Oosterdijk ten oosten van Andijk. Ook de gemeentelijke herindelingen van 1979 had geen gevolgen voor Enkhuizen.
In de eerste helft van de negentiende eeuw bestond een wettelijk onderscheid tussen steden, heerlijkheden, districten en dorpen. Enkhuizen behoorde tot de steden. De staatsinrichting gebaseerd om de Grondwet van 1848, in 1851 gevolgd door de Gemeentewet, kent alleen nog gemeenten.
waterschappen
Enkhuizen viel voor het onderhoud van de Westfriese Omringdijk onder het ambacht Drechterland. Voor de afwatering behoorde het westelijk deel van Enkhuizen (inclusief het Westeinde) tot de polder Het Grootslag, terwijl het oostelijk deel van de stad gemeen lag met de Zuiderzee, later het IJsselmeer. De polder Het Grootslag ging in 1973 op in het Waterschap Westfriesland.
Voor het plaatselijk polderbestuur werden in 1859 gereglementeerde besturen ingesteld, waaronder de banne Enkhuizen en Westeinde. Ook vóór 1859 fungeerde reeds een plaatselijk polderbestuur, het college van landrijken, dat voor zover bekend niet gereglementeerd was. De taak betrof voornamelijk het onderhoud van enkele wegen en het innen van de omslagen (waterschapsbelastingen) voor polders en waterschappen.
Vanwege hun weinig omvangrijke taak besloot het provinciaal bestuur uiteindelijk tot opheffing van de bannen. Hun taken gingen in 1948 over naar de besturen van de polders waarin ze lagen.