Bestuur en grondgebied
De gemeente Blokker is in 1812 ontstaan door samenvoeging van Oosterblokker en Westerblokker.
In eerste instantie waren op plattelandsgemeenten respectievelijk het “Reglement van bestuur voor het platteland der Provincie Holland” (1816) en het “Reglement op het bestuur ten platten lande in de Provincie Holland” (1825) van toepassing.
De Grondwet van 1848, in 1851 gevolgd door de Gemeentewet, maakte een einde aan het onderscheid tussen steden, heerlijkheden, districten en dorpen. De nieuwe staatsinrichting kende alleen nog gemeenten.
Oosterblokker ging in 1979 op in de nieuwe gemeente Bangert (in 1980 omgedoopt tot Drechterland). Westerblokker ging samen met Hoorn en Zwaag op in de fusiegemeente Hoorn.
waterschappen
Oosterblokker en Westerblokker vielen voor het onderhoud van de Westfriese Omringdijk onder het ambacht Drechterland. Voor de afwatering viel Oosterblokker onder de Houterpolder en Westerblokker onder de Oosterpolder.
De bemaling van de Houterpolder werd in 1924 overgenomen door polder Het Grootslag. De Houterpolder werd vervolgens met ingang van 1927 opgeheven. De Oosterpolder en Het Grootslag zijn in 1973 opgegaan in het Waterschap Westfriesland.
Het plaatselijk polderbestuur werd tot en met 1858 uitgeoefend door het gemeentebestuur. Hiertoe behoorden voornamelijk het onderhoud van bepaalde wegen en het innen van de belastingen voor polders en waterschappen. In 1859 werden hiervoor afzonderlijke besturen ingesteld: de banne Oosterblokker en de banne Westerblokker.
Vanwege hun weinig omvangrijke taak besloot het provinciaal bestuur uiteindelijk tot opheffing van de bannen. Hun taken gingen in 1948 over naar de besturen van de polders waarin ze lagen.
In onze collectie
Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.