Ga naar content

In mei 1723 komt Volkert Groen een woedende Jan Claasz. Galis tegen op zijn land in Westwoud. Met een stok in zijn hand joeg de oud-burgemeester achter de beesten van Volkert Groen aan. En Galis ging niet alleen achter de dieren aan, ook Groen werd opgejaagd door de woedende Galis. Groen moest Galis met een ‘deel’, een plank, van zich af houden. Toen Galis deze vervolgens op de grond neergooide, werd hij geslagen op zijn hoed en schouder. Er ontstond een gevecht waarbij de heren elkaar rake klappen uitdeelden. Op het moment dat Groen Galis stevig bij de haren greep, werden ze uit elkaar gehaald door twee toegesnelde bewoners van het dorp.

Naar aanleiding van deze ruzie werden er door Galis, Groen en een derde bewoner van Westwoud, Willem Evertsz. Brouwer, in totaal acht aktes opgesteld voor de notaris van het dorp. Al deze aktes gaan over hetzelfde onderwerp: wie was de eigenaar van twee lammeren?

De Banne Westwoude

Groen en Galis

In mei 1723 komt Volkert Groen een woedende Jan Claasz. Galis tegen op zijn land in Westwoud. Meteen stok in zijn hand joeg de oud-burgemeester achter de beesten van Volkert Groen aan. Volkert moest Jan met een ‘deel’, een plank, van zich af houden. Toen Jan deze vervolgens op de grond neergooide, werd hij geslagen op zijn hoed en schouder. Er ontstond een gevecht waarbij Volkert en Jan klappen uitdeelden. Op het moment dat Volkert zijn tegenstander bij de haren greep, werden ze uit elkaar gehaald door twee toegesnelde bewoners van het dorp. Deze twee bewoners, Willem Evertsz. Brouwer en Jacob Duijn, legden deze getuigenis van het gevecht af voor de notaris in Oosterblokker op verzoek van Volkert Groen.

De aanval van Galis op Groen was het gevolg van een ruzie over het eigendom van twee lammeren waarbij ook Willem Evertsz. Brouwer was betrokken. Uit de akten komt een ingewikkeld verhaal naar voren waarin de lammeren een speelbal zijn en wat uiteindelijk leidde tot de woedeuitbarsting van Galis.

twee lammeren

In de tweede akte over deze zaak, opgesteld in mei 1723, vertelde Brouwer dat hij twee lammeren was kwijt geraakt. Hij had aan Groen gevraagd of de dieren op zijn land stonden. Dat was inderdaad het geval, Groen herkende de dieren op de manier waarop hun oren gemerkt waren. Lammeren werden in de achttiende eeuw gemerkt door een stukje van elk oor af te snijden. Groen en zijn knecht brachten de dieren vervolgens terug naar het huis van Brouwer. Brouwer en Groen waren ervan overtuigd dat de lammeren van Brouwer waren. Maar Galis dacht hier anders over. Twee getuigen verklaarden dat zij hadden gezien hoe Galis een dag later twee lammeren van het land van Brouwer had meegenomen. Terecht, volgens Galis, want dat waren zijn lammeren.

Galis riep een aantal getuigen voor de notaris om zijn kant van het verhaal te vertellen en te bewijzen dat hij geen lammeren van Brouwer had gestolen. Bij de zitting waren ook zeven lammeren aanwezig. Galis liet zien tijdens de zitting dat alle lammeren aan het rechteroor waren gemerkt ‘met een kleen snipjen boven uyt’, terwijl zij aan het linkeroor ongemerkt waren. Door dit merkteken en de uiterlijke kenmerken van de lammeren kon Galis de dieren gemakkelijk als zijn eigendom herkennen. Drie getuigen verklaarden verder dat zij onlangs op de markt in Hoorn aan Galis in totaal vijf lammeren hadden verkocht, deze vijf bevonden zich onder de getoonde lammeren.

het gevecht

Galis liet ook een akte opstellen met daarin zijn kant van het verhaal over het gevecht met Groen. Geertje Jans, een dochter van Galis, getuigde dat zij op zondag 23 mei in de namiddag een kopje thee dronk met Aagt Jans en de vrouw van Brouwer. Zij waren op dat moment in het huis van Brouwer en zijn vrouw. Plotseling kwam Brouwer binnen en zei tegen haar: ‘Geertje, daar is wat beurt. Vaar mogt niet willen, of daar was volk bij geweest.’ Waarop Geertje had gevraagd: ‘Wel, wat is er dan gebeurt?’ Daarop kreeg zij ten antwoord: ‘Vaar liep agter ’t hokkeling met een stok, en Volkert worde quaat, die hadt een deel in de handt, die liep daarmede op vaar toe. Vaar liep agteruyt, en viel agterover in een kuyl. Doe nam Volkert die stok daar vaar meede na ’t hokkeling gejaagt hadt, en stiet vaar een gat in ’t hooft, en voor de tweede maal soud hij weer stooten hebbe, maar toe heb ik het belet, aars had vaar een man des doods weest, als ik hem niet ontset hadde.’ In dit verhaal is niet Galis de aanvaller maar Groen, het verhaal werd bevestigd door een knecht. Dit stelde Groen in een kwaad daglicht.

Het is dan ook niet verbazend dat in een volgende akte Groen probeerde zijn naam te zuiveren. Hij had een goede getuige gevonden. Volgens Aagt Jans klopte het verhaal van Geertje Jans uit de vorige akte niet. Brouwer zou alleen hebben verteld dat er iets was gebeurd tussen Galis en Groen, zonder te benadrukken dat Groen ruzie had gezocht of dat ze hadden gevochten. Dit waren volgens Aagt allemaal ‘verdigtselen’. Geertje Jans had zelfs geprobeerd om Aagt Jans om te kopen door haar een ‘moy stuk geld’ aan te bieden, en wel zo veel als zij in een half jaar met naaien zou kunnen verdienen.

Het Heidens Kerkje van Westwoud door H. Tavenier

verzoening

Hoe het daarna precies verder verloopt, wordt uit de aktes niet duidelijk. Maar uit een volgende akte blijkt dat Groen en Galis hun ruzie hadden bijgelegd. Een onderdeel van deze verzoening was dat Groen van Galis een stuk land mocht kopen voor 425 gulden.

Maar tussen Brouwer en Galis was er nog geen verzoening. In de laatste akte vroeg Galis zijn knecht, Dingenom Pietersz., om voor hem te getuigen. Pietersz. vertelde dat hij Galis had geholpen met het merken van zeven lammeren. Hierna werden de lammeren op het land van Galis gezet, dit land grensde aan het land van Groen. De volgende dag zag Pietersz. dat er nog maar vijf lammeren op het land stonden. Pietersz. en Galis gingen op zoek naar de twee vermiste dieren. Deze vonden zij op het land van Brouwer. Pietersz. herkende de lammeren aan de gemerkte oren en andere uiterlijke kenmerken en namen ze vervolgens mee. Deze getuigenis heeft de zaak van Galis goed gedaan. In een volgende akte legden Brouwer en Galis hun geschillen bij. Galis mocht de lammeren houden, wel moest hij een zilveren dukaton (met een waarde van meer dan drie gulden) aan de armen van Westwoud betalen.

Gerelateerde documenten

Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.

1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 373, akte 59, 60, 61, 80, 85, 83, 96 en 115

Akten, 1722-1725
Meer informatie

Meer verhalen

Bekijk alles