Een ongehuwde moeder
De hoogzwangere Marij Nannings stapte op 2 juli 1730 samen met haar vader Nanning Pieters Bulloper naar de notaris van Oosterblokker. Marij was zwanger van het kind van haar werkgever, Volkert Groen. Hij ontkende dit echter. Bij de notaris werd een insinuatie opgemaakt. In deze akte lezen we dat Marij ‘vleesselijke conversatie’ met Volkert heeft gehad ‘op belofte (…) haar niet te sullen verlaaten maar swanger zijnde te sullen trouwen‘.
Maar getrouwd werd er niet. Op 7 juli beviel Marij van een zoon. Een ongehuwde moeder was een schande. Als Marij kon bewijzen dat Volkert haar een trouwbelofte had gedaan, dan kon zij haar reputatie nog enigszins redden. Immers, Volkert had in dat geval zijn belofte moeten nakomen. Het niet nakomen van een trouwbelofte was strafbaar.
Marij moest op zoek gaan naar getuigen die konden verklaren dat zij en Volkert een relatie hadden en dat Marij zich verder altijd netjes had gedragen. Marij vond enkele oud-collega’s bereid om te getuigen. Zij verklaarden dat Marij niet met andere mannen omging en dat zij ‘seer weijnig uitging’. Verder vertelden de getuigen dat Marij en Volkert ‘rasen en tokkelen als twee jonge menschen die niet sonder liefde tot malkander waren’. Een oud-collega vertelde dat zij Volkert en Marij in de schuur had gehoord ‘daar sij te samen lagten en stoeijden’. Kortom, wat tussen Volkert en Marij speelde was ‘te wondermoy’.
Hoe wondermooi het ook was, Volkert weigerde met Marij te trouwen om zodoende haar reputatie en zijn eigen reputatie te redden. Volkert verspreidde zelfs het gerucht dat niet hij, maar een andere man de vader van het kind was…
Ongehuwde vrouw
In het verleden was het een schande wanneer een ongehuwde vrouw een seksuele relatie met een man aanging en vervolgens zwanger raakte. Dit is wat Marij Nannings uit Westwoud overkwam. Zij had een relatie met haar werkgever, Volkert Groen, en raakte zwanger van hem. Ondanks gedane trouwbeloften wilde de vader van haar kind niet met haar trouwen. Dit leidde tot een reeks van akten en uiteindelijk een rechtszaak.
De hoogzwangere Marij Nannings stapte op 2 juli 1730 samen met haar vader Nanning Pieters Bulloper naar de notaris van Oosterblokker. Ze laten daar een insinuatie opmaken. In deze akte lezen we dat Marij ‘vleesselijke conversatie’ met Volkert heeft gehad ‘op belofte (…) haar niet te sullen verlaaten maar swanger zijnde te sullen trouwen’. Ze beweerde verder dat ze nooit met iemand anders het bed heeft gedeeld en dat Volkert dus de vader was. Verder vertelde Marij dat zij het huis van Volkert niet wilde verlaten, hoewel hij dat wel eiste. Moet ze van hem toch uit huis vertrekken dan eist ze genoegdoeningen van ‘alle kosten, schaden en intressen meede gehadt en geleden en sij insimiante in cas van volhardinge in die uijtsettinge verder soude gekomen te lijden’. De insinuatie werd voorgelezen aan Volkert, waarop hij antwoordde dat hij ‘de meijt niet wederom in huijs hebben’. Marij besloot hierop weer bij haar vader te gaan wonen. De zaak was hiermee uiteraard niet afgedaan.
Een zoon
Op 19 juli verscheen voor de notaris Hendrikje Jans, de vroedvrouw van Zwaag, en twee vrouwen. Zij verklaarden op verzoek van Marij en haar vader dat Marij op 7 juli een zoon heeft gekregen. Het was gebruikelijk dat wanneer een ongehuwde zwangere vrouw moest bevallen, de vroedvrouw naar de naam van de vader vroeg. De vroedvrouw verklaarde in deze akte deze vraag gesteld te hebben en dat Marij hierop had geantwoord ‘Volkert Groen ende niemant anders’.
Marij bevond zich in een ongemakkelijke situatie. Ze was een ongehuwde moeder, dit was niet goed voor haar reputatie. Een ongehuwde zwangere vrouw was een schande. Als Marij kon bewijzen dat Volkert haar een trouwbelofte had gedaan, dan kon zij haar reputatie nog enigszins redden. Immers, Volkert had in dit geval zijn belofte moeten nakomen. Het niet nakomen van een trouwbelofte was strafbaar. Maar een mondelinge trouwbelofte was voor de rechtbank moeilijk te bewijzen. Voor Volkert betekende deze hele zaak uiteraard ook gezichtsverlies. Een huwelijk kon dit allemaal weer redelijk glad strijken. Maar het lijkt erop dat Volkert hier geen zin in had.
Bewijzen
De kans op succes voor Marij in de rechtszaak werd positief beïnvloed indien zij kon bewijzen dat ze nog maagd was voordat ze Volkert ontmoette, dat ze een kuis leven leidde en dat er trouwbeloften waren uitgewisseld. Marij moest op zoek naar getuigen die dit konden bevestigen.
De dienstmeid vond enkele oud-collega’s bereid om voor haar te getuigen. Zij bevestigden de nauwe omgang tussen de meid en de baas.
getuigen
De eerste oud-collega die Marij hiertoe bereid vond was Claasje Pieters, 18 jaar oud. Zij werkte in 1729 tot aan de Kerst als dienstmeid bij Volkert. Volgens Claasje mochten Volkert en Marij elkaar graag, ‘tot soo verre selfs dat de voorsegde familiariteit seer in het oog liep, en haar deposante dikwils wel heeft doen seggen dat het tusschen de voornoemde Volkert Groen en Marijtje Nannings te wonder moij was’ Ondanks de hoge leeftijd van Volkert gedroegen Volkert en Marij zich volgens Claasje als jonge verliefden. Claasje vertelde dat zij ze zag ‘sag rasen en tokkelen als twee jonge menschen die niet sonder liefde tot malkander waren’. Verder verklaarde Claasje dat zij aan het einde van de zomer of het begin van de herfst Marij en Volkert heeft ‘gehoort in de schuur daar sij te samen lagten en stoeijden’. Claasje vertelde verder dat Marij geen omgang had met andere mannen, ‘ja dat genoegsaam geen jong volk aldaar quam om haar te besoeke en dat gemelde Marij Nannings ook seer weijnig uitging.’
Marij vond ook Trijntje Didama bereid om te getuigen. Trijntje was ongeveer 20 jaar oud en werkte in 1728 als dienstmeid bij Volkert. Zij had gezien dat Marij en Volkert ‘raasden en tokkelden niettegenstaande de hooge Jaren van voornoemde Volkert Groen, evenals twee jonge lieden die malkanderen seer genegen en niet sonder liefde tot elkanderen waren’. Trijntje had het stel zelfs in bed zien liggen, ‘verklaarde sij gesien te hebben dat de voornoemde Volkert Groen en Marij Nannings bij den andere op het bedde lagen, ende dat densleven Volkert Groen de deurtjes van het bedstee toehaalde, terwijl sij aldaar was.’ En ook Trijntje vertelde dat Marij geen omgang had met andere mannen en weinig uitging.
‘familiaire’ omgang
Als laatste vond Marij Pieter Jans bereid om voor haar te getuigen. Pieter was 1727 en 1728 dienstknecht bij Volkert. Hij bevestigde de ‘familiaire’ omgang tussen Volkert en Marij. Hij verklaarde verder dat hij de relatie tussen Marij en Volkert met Trijntje Didama had besproken. Zij waren het beide eens dat ‘het te wondermoy was’ wat zich afspeelde tussen die twee. Pieter verklaarde verder dat er weinig tot geen jong volk over de vloer kwam en dat Marij weinig uitging.
Marij had dus goede getuigenverklaringen die haar vrijspraken van promiscue gedrag en die haar relatie met Volkert bevestigde. Uiteraard probeerde Volkert het tegenovergestelde te beweren.
een andere man
Volkert verspreidde een gerucht dat niet hij, maar een andere man de vader van het kind van Marij was. Het lijkt erop dat dit niet werd geloofd, uiteindelijk voelde Volkert zich zelfs genoodzaakt zijn bewering weer in te trekken. In het bijzijn van twee schepenen verklaarde Volkert dat hij ‘zijn geseijde herroept voor onwaar erkent en bekent qualijk daar aan gedaan te hebben’. Hij beloofde de onkosten van de ten onrechte van het vaderschap beschuldigde man te betalen en een geldsom aan de armen van Westwoud te schenken.
De zaak kwam voor de rechtbank, in het oud-recht kunt u de stukken terug vinden die handelen over deze zaak. Tot een huwelijk kwam het niet, maar Marij werd wel in het gelijk gesteld. In de laatste zitting van december 1730 werd bepaald dat Volkert 875 gulden aan Marij moet betalen om haar onkosten te vergoeden en als alimentatie voor het kind.
Gerelateerde documenten
Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.
1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 375, akte 32, 34, 35, 37, 39, 40, 43, 44 en 48
Akten, 1730-17330003 – Oud-rechterlijke en weeskamer archieven, inv. nrs. 4722, 22-08-1730, 05-09- 1730, 19-09-1730, 03-10-1730, 17-10-1730, 31-10-1730, 28-11-1730, 12-12-1730, 19-12-1730 en 28-12-1730
Schepenrol