Claas Chirurgijn uit Grosthuizen was al een aantal jaren getrouwd. Op een dag pakte de vrouw van Claas, haar naam wordt niet genoemd, haar spullen en vertrok. Claas bleef alleen achter. Uit de verklaringen van de getuigen in de akte blijkt dat het niet zo’n gelukkig huwelijk was.
Vooral de vrouw van Claas lijkt hier schuld aan te hebben, ze schold Claas uit en roddelde over hem achter zijn rug. Zo zou zij hem hebben uitgescholden voor: ‘een droencken drycnker, hoerjager ende diergelijcke vuyleyne woorden’
Volgens de getuigen klopten deze beweringen niet, Claas was een nette man: ‘hem cuysch gedragen, sonder vrouwen ofte maachden eenige oneere voor te leggen ofte met deselve gepleeght te hebben’
Toch liep zijn vrouw bij hem weg.
meester claas chirurgijn
In de notariële akte 0189/178 vinden we een attestatie van 22 juni 1671. Op deze dag verschijnen voor de notaris van Avenhorn vier getuigen. Zij leggen op verzoek van meester Claas Chirurgijn een verklaring af over zijn vrouw die hem heeft verlaten. Helaas wordt de naam van de vrouw niet genoemd. De getuigen verklaren dat Claas in de twee en een kwart jaar dat zij buren zijn geweest zich altijd netjes en trouw heeft gedragen.
‘Heeft oock onses wetens in de voorseyde tijt hem cuysch gedragen, sonder vrouwen ofte maachden eenige oneere voor te leggen ofte met deselve gepleeght te hebben’
een kuise man
Claas keek niet naar andere vrouwen en gedroeg zich als een kuise man. De getuigen erkenden wel dat het huwelijk van hun buren niet vlekkeloos verliep, maar daar was ook een reden voor.
‘de t’samenwooninge tusschen hem ende sijn huysvrou sontijts niet al te effen was, maar nae ondesoeck van sake altoos bevonden, dat sijne huysvrou daartoe aenleydinge gaff, hem scheldende voor een droencken drycnker, hoerjager ende diergelijcke vuyleyne woorden, en bovendien hem schandelijck en met vele leugenen becladdende, soo achter sijn rugh als in sijn tegenwoordicheyt.’
het ledige huys
Het was duidelijk voor de getuigen dat de vrouw van Claas degene was die voor onrust in het huwelijk zorgde. De getuigen verklaarden verder dat zij ‘in absentie en sonder verloff van den requirant de cramerij in ’t geheel vercoght, en alsoo schandelijck met sack en pack van Grosthuysen verlaten, soodat den requirant thuyscomende het ledige huys gevonden, daar hij niettegenstaande ’t voorszeyde haare schandelijcke, scherp snijdende tonge en vuyleyne calumniën vercleynde’
In de verklaring van de getuigen wordt benadrukt dat Claas geen overspel heeft gepleegd en dat zijn vrouw zorgde voor de onrust in het huwelijk. Een echtscheiding was in de zeventiende eeuw zeker niet gebruikelijk. De gereformeerde kerk had als standpunt dat een echtpaar bij elkaar hoorde te wonen, ze was dus zeker geen voorstander van een echtscheiding. De plaatselijke predikant had als taak om ruziënde echtparen weer met elkaar te verzoenen. Daarnaast stelde de kerkenraad een onderzoek in, de schuldige partij mocht niet meer aanwezig zijn bij het avondmaal. De enige gronden waarop een echtscheiding kon worden aangevraagd was kwaadwillige verlating en overspel. Indien iemand overspel pleegde of zijn/haar echtgeno(o)t(e) verliet kon men worden gestraft door de zowel de overheid als de kerk.
kwaadwillige verlating
Uit de verklaringen van de getuigen blijkt dat de vrouw van Claas hem heeft verlaten, dit is dus kwaadwillige verlating. De vrouw van Claas riskeerde dus een gevangenisstraf van de overheid en ontzegging van het avondmaal door de kerk. Geen geringe straffen. Verder wordt benadrukt dat Claas geen overspel heeft gepleegd, hijzelf is dus onschuldig en hem treft geen blaam. Omdat de vrouw van Claas hem had verlaten was het voor Claas mogelijk om een echtscheiding aan te vragen. Dat was waarschijnlijk ook de reden waarom deze akte is opgemaakt.
Helaas wordt niet vermeld hoe het verder is afgelopen met Claas en zijn weggelopen vrouw.
Gerelateerde documenten
Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.