De schoolmeester van Westwoud
In 1694 werd Jan de Boer in Westwoud als nieuwe schoolmeester aangenomen. Naast schoolmeester was Jan ook koster aldaar. Al snel waren er over hem klachten in het dorp. De ouders waren niet bepaald enthousiast over zijn kwaliteiten als schoolmeester.
Ze vonden dat Jan erg weinig ervaring had met lesgeven. Ook vonden de ouders de manier van onderwijzen van Jan niet goed. De eerste akten over deze zaak zijn van september 1696.
Jan de Boer
Jan de Boer zou zich tijdens de lessen zo gedragen ‘dat haar kinderen niets bij hem leeren‘. Hij had moeite met orde houden tijdens de lessen. Een getuige verklaarde vaak te hebben ‘gehoort, gesien en bespeurt, dat geen de minste ordre in ’t school was‘. De getuige zag de kinderen vaak en lang buiten de school lopen. Het leek er volgens de getuige op dat Jan ‘seer laat in ’t school quam, waardoor een groote menigte kinderen in de nabuurige plaatsen werden school gesonden‘. Er waren dus geen vaste lestijden. Dit tot ergernis van de ouders: ‘selfs ’t school op de behoorlijke tijt niet opende, sulcx de kinderen niet in ’t school kunnen komen, maar voor de poort moeten blijven staan‘. Het was dus onduidelijk wanneer Jan aanwezig was in de school. ‘alsoo hij dan eens school hield, ende dan wederom niet‘.
De gevolgen laten zich raden. Eén van de ouders vertelde dat zijn dochtertje om acht uur naar school ging. Maar al snel kwam zij weer thuis, ‘’t kint seyde door de meester wederom gesonden te wesen‘. Het meisje was weer naar huis gestuurd door de meester, want ‘alsoo ’t nog wel een uur a twee te vroeg was om naar school te komen‘. Tegen de tijd dat het wel tijd was om naar school te gaan, had het meisje daar natuurlijk geen zin meer in.
Tevreden was men dus niet over de schoolmeester van Westwoud. Jan de Boer kreeg nog veel meer beschuldigingen te verduren.
Koster en Schoolmeester
In 1694 kwam er een baan vrij voor koster en schoolmeester in Westwoud. Jan de Boer uit Schoorl kreeg deze baan. Maar twee jaar later, op 5 september 1696, werden er twee akten opgemaakt door notaris Jacob Schagen over het functioneren van de nieuwe onderwijzer. Uit deze akten blijkt dat de bewoners niet zo blij waren met Jan.
De bewoners vertelden in de akten dat Jan geen goede schoolmeester was: ‘ende dat denselven in zijn schooldienst sig soodanig gedraagt, dat haar kinderen niets bij hem leeren, houdende geen de minste ordre in zijn school, ja selfs ’t school op de behoorlijke tijt niet openende, sulcx de kinderen niet in ’t school kunnen komen, maar voor de poort moeten blijven staan’. Verder misdroeg Jan zich in het bijzijn van de kinderen:‘plegende selfs in ’t school in presentie der kinderen veelderhande onordentelijkheden, met te speelen op tiktak en ganse-bord, brandewijn drincken ende anders, mitsgaders buytenshuys, met kaatsen, bal-slaan, koekhaeken ende andere diergelijke exercitiën’. Dit werd bevestigd door ander getuigen. Zij vertelden dat Jan regelmatig in de nabijgelegen dorpen en in Westwoud zelf ‘te kaatsen, balslaan, koekhaeken ende snijden’ ging. Verder speelde Jan ‘met zijn clercquen op tiktakbord ende gansebord in ’t school te speelen, brandewijn buyten, selfs in ’t school te drincken ende diergelijke quade exercitiën te plegen’. Ook verklaarde een aantal inwoners van Westwoud dat Jan ‘bij seker vrouwspersoon is te bedde bevonden’. Dit ontkende Jan echter ‘halsterrig’.
niet aanwezig
Door deze activiteiten besteedde Jan blijkbaar weinig aandacht aan zijn taken als schoolmeester. Hij was soms zelfs niet aanwezig in de school. Een andere getuige verklaarde dat hij eens in de school ging kijken bij zijn kinderen, ‘dog dat hij attestant de kinderen sonder meester in ’t school bevond’. Het lesgeven liet hij soms zelfs aan zijn leerlingen zelf over: ‘dan door de eene, dan door de andere van de schooljongens ’t school latende waarnemen’. En als Jan wel les gaf liet hij de kinderen zingen uit ‘onstigtelijke boeken’.
Jan werd ook aangesproken op zijn gedrag. Een van de getuigen had eens aan Jan gevraagd ‘of het niet goet was dat hij (…) wat beter op zijn school paste’. Hierop antwoordde Jan: ‘willde hij zijn meijsje niet school sturen hij mogt het laten ’t was hem om dat dubbeltje voor maantgelt niet te doen’.
ergernis
Dit gedrag van Jan wekte de ergernis op van de lidmaten van de kerk. Jan mocht daarom niet meer bij het Avondmaal aanwezig zijn. Maar het leek niet te helpen. In september 1698 werd er weer een akte opgesteld over het functioneren van Jan de Boer. Eigenlijk staan hierin weer dezelfde beschuldigingen als in de voorgaande akten. Jan gaf geen les en ging liever kaatsen. Een oud-leerling van Jan de Boer vertelde dat de meester ‘dik ende menigmalen niet eens (…) in ’t school quam, maar alleen in de binnenhaart van ’t huys bleef sitten, sonder eens naar de leerlingen om te sien, jae selfs soodanig dat de voornoemde schoolmeester tegen de (…) kinderen seyde, dat hij haar niet wilde onderregten, ofschoon er tegen denselven gesegt wierde, dat hij er zijn gelt voor hadde’.
Andere getuigen verklaarden wederom dat Jan geen orde kon houden en dat hij vaak niet aanwezig was in de school. En als Jan dan wel les gaf, dan staken de kinderen daar niet veel van op. In plaats van de kinderen te overhoren, zat Jan met liedboeken op zijn stoel ‘in deselve lesende ende singende, in plaatse van op de kinderen toe te sien’. Kaatsen deed Jan nog steeds graag. Een waardin verklaarde dat Jan had gekaatst en ’s avonds de herberg had bezocht waar hij ‘seer wild ende woest dansende, singende ende springende gelijk een onbesadigt ende ongeregelt mensch’.
niet ontslagen
Ondanks dit alles werd Jan niet ontslagen. Want in 1705 komen we hem weer tegen in een notariële akte. In de volgende aflevering meer over de schoolmeester van Westwoud.
Gerelateerde documenten
Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.
1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 368, akte 13 en 14
Akten, 1691-1702