Ga naar content

Voor het overlijden was vaak een testament opgesteld bij een notaris. Hierin staan soms bijzondere dingen. Bijvoorbeeld over familie- en vriendschapsbanden. Of het verbreken hiervan door iemand te onterven.

In mei 1754 besloot Pieter Groothuijs zijn zoon Jan te onterven. Hij was niet zomaar tot dit besluit gekomen. Waarschijnlijk ergerde Pieter zich al jaren aan het losbandige gedrag van zijn zoon. Zowel binnen als buiten Enkhuizen, waar Pieter en zijn vrouw woonden, leidde Jan een ‘seer dessoluut en debuuchant leven’.

Iemand onterven vanwege een losbandig leven zou waarschijnlijk niet genoeg zijn geweest voor de rechters. Maar Pieter had nog een goede reden om Jan te willen onterven. Op een avond was Jan namelijk het huis van zijn vader binnengekomen en had hem aangevallen met een mes. Hij probeerde zijn vader met ‘een groote quaadaardigheyd’ in zijn hart te steken. 

Pieter Groothuijs

Op 13 mei 1754 lieten Pieter Groothuijs en Colomba van Zaanen uit Enkhuizen hun testament opstellen. Colomba en Pieter waren in 1745 getrouwd. Dit was het tweede huwelijk voor Pieter. Eerder was Pieter vanaf 1723 getrouwd geweest met Marijtje Meun. Met haar had hij een zoon, Jan Groothuijs. Ten tijde van het opstellen van dit testament was Jan 23 jaar oud.

In dit stuk verklaarden Pieter en Colomba alle voorgaande opgestelde stukken betreffende hun nalatenschap nietig. Pieter verklaarde verder dat hij zijn zoon wilde onterven: ‘[hem] bij desen te secluderen en uijttersluijten; vervolgens hem, op de allen kragtigste wijse te exharederenden ende ontervende’.

Kleine Kerk en Nieuwe Weeshuis te Enkhuizen, 1726

een slecht leven

Pieter had hier een goede reden voor. Ondanks vele ‘vaderlijke vernamningen en correctien’ had zoon Jan volgens Pieter zowel binnen als buiten Enkhuizen een slecht leven geleid. Volgens Pieter ‘een seer dessoluut en debuuchant leven’ . Naast dit liederlijke leven had Jan zich op een avond bijzonder ernstig misdragen.

Op 19 juni 1753 om negen uur ’s avonds kwam Jan dronken het huis van zijn vader binnen. Jan liep naar zijn vader toe en pakte een groot mes uit zijn zak. Met dit mes probeerde hij zijn vader ‘met een groote quaadaardigheyd’ in zijn hart te steken. Helaas staat niet vermeld waarom Jan zijn vader aanviel. Pieter wist de aanval af te weren maar het mes verwondde zijn linkerhand. Pieter gaf zijn zoon een slag waardoor hij het mes losliet. Gelijk hierna werd Jan door een aantal personen, er staat niet vermeld door wie, naar een slaapkamer in het huis gebracht. Daar heeft Jan een week lang opgesloten gezeten, dag en nacht bewaakt door twee mannen. Na een week werd Jan op een zondagochtend vrijgelaten, hij ging weg ‘sonder te seggen waar na toe’.

de chirurgijn

De wond in de hand was ernstig, het veroorzaakte een ‘afgrijsselijke bloedstorting (…) uyt een seer sware wonde’. De chirurgijn, Dirk Stroomer, verzorgde de wond van Pieter. Maar bijna een jaar later had Pieter nog steeds een verlamming ‘van sijn twee agterste vingeren’ en een litteken waardoor hij nooit meer ‘het regt gebruyk van die hand sal kunnen hebben’.

De chirurgijn van Jan Luyken

Pieter en Colomba wilde niet dat bij hun overlijden Jan iets van hen zou kunnen erven. Pieter hoopte dat de gegeven redenen voor het onterven van Jan voldoende waren voor de rechters. In de rest van het stuk werd het testament verder uitgewerkt en werden de erfgenamen bepaald.

Gerelateerde documenten

Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.

1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 381, akte 68

Akten, 1752-1756
Meer informatie

Meer verhalen

Bekijk alles