Ga naar content

Al sinds juli 1697 was Theodorus van der Meer predikant te Westwoud en Binnenwijzend. Gereformeerde predikanten waren in de zeventiende en achttiende eeuw serieuze mannen die elke zondag de kerkdienst leidden en daarin een preek hielden.

Ook Theodorus moet zo’n man zijn geweest. Tot het op een avond in september 1700 mis ging. Waarom het uit de hand liep wordt in de akten niet verteld, wel wat er verkeerd ging. Aan het einde van de avond klopte de predikant aan op de deur van een weduwe die woonde op het Oosteinde van Binnenwijzend.

Maar het bleef niet bij herhaaldelijk kloppen. Theodorus begon ook te roepen en gooide uiteindelijk de ramen van de woning van de weduwe in. Vervolgens ging de predikant verder naar een volgend huis waar hij ook de ramen ingooide. En hier wist Theodorus zelfs binnen te komen… Uiteindelijk werd hij door drie personen overmeesterd.

vandalisme

In de notariële akte 0368/126 vinden we een attestatie van 4 september 1700. Het betreft vandalisme gepleegd door de predikant van Westwoud en Binnenwijzend aan vier huizen te Binnenwijzend. De naam van de predikant was Theodorus van der Meer. Hij was predikant te Westwoud sinds 17 juli 1697.

Op verzoek van burgemeesters en regenten van Westwoud legden twee mannen en een weduwe uit het Oosteinde van Binnenwijzend aan de notaris van Westwoud, Jacob Schagen, een verklaring af. De weduwe, Griet Cornelisz, vertelde dat Theodorus de avond daarvoor op 3 september 1700 rond 10 à 12 uur bij haar aan huis was gekomen. De weduwe verklaarde dat na aankloppen en geroep de predikant alle ruiten in gooide. Daarna vertrok Theodorus naar het huis van één van de mannen, Jan Willemse.

De kerk van Westwoud

overmeesteren

In de akte lezen we het volgende:

‘alwaar hij insgelijcx alle de glasen ingesmeten, veele stocken ende staven door deselve gegoyt, de deur op de vloer gelopen, de veynsters uytgebrooken heeft, in huys geklommen is, bed ende deeckens, mitsgaders de kasen van de zouttafel genomen ende buytenshuys op de wegh gebragt, ’t vuur over ’t huys ende de kussens op hetselve goyende, waardoor een kussen reeds een gat ingebrant was, een klokje ofte orlogie door de glasen gesmeten, ende seer veele schuttels aan stucken gebroken hebbende, met bedreyginge van ’t huys in de brant te steken, waardoor hij ook alle menschen uyt den huyse jaagde’

Theodorus hield behoorlijk huis, de glazen, het beddengoed en het servies moest het ontgelden. De man en de weduwe zochten hulp bij de tweede man, Claas Jansz. Pouwels die ook getuigde in deze attestatie, en bij andere buren. Ook werd de burgemeester van Binnenwijzend erbij gehaald. Uiteindelijk wist men, en in het bijzonder Claas Jansz. Pouwels, Theodorus te overmeesteren. De predikant werd naar huis gebracht nadat hij ook nog de ramen van de woning van Claas Jansz Pouwels en Cornelis Backer had ingegooid.

verwarde predikant

In akte 0368/137 lezen we hoe het afloopt met de verwarde predikant. In deze akte van 11 april 1701 verklaarden vijf personen, de vorige burgemeester van Westwoud, de regerend burgemeester van Binnenwijzend, twee schepenen van Binnenwijzend en één schepen van Westwoud het volgende over de predikant:

‘omtrent het begin van de maant september des voorleden jaars 1700 besogt geworden is met soodanigen kranksinnigheyt ende gebrek in sijn verstant, dat denselven gantsch onbequaam ende onmagtig was omme sijne saken ende beroep aan waar te nemen, sulcx de vrunden van denselven […] hem van hier hebben vervoert, omme onder den zegen des Heeren was ’t doenlijk genesen te worden. Welken […] tot nog toe niet wederom hier ter plaatse gekomen is, ofte eenige dienst doet, vermits hij alsnog buytenshuys om gecurereert te worden blijft’.

niet genezen

Ruim zeven maanden na het incident is de predikant nog steeds niet genezen en kon hij zijn werk niet uitvoeren. Helaas zijn er geen nieuwe aktes gevonden waaruit blijkt hoe het verder afloopt met Theodorus. Toch lijkt het erop dat hij niet lang hierna zijn taken weer op zich heeft genomen. Uit de literatuur blijkt namelijk dat hij nog tot 1708 in Westwoud en Binnenwijzend aangesteld bleef in de functie van predikant. Daarna werd hij predikant te Grootebroek. Op 27 september 1724 overleed Theodorus

Gerelateerde documenten

Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.

1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 368, akte 126 en 137

Akten, 1691-1702
Meer informatie

Meer verhalen

Bekijk alles