De kermis van Lutjebroek is een jaarlijks terugkerende feestelijke gebeurtenis. En de kermis wordt al een aantal eeuwen gevierd. Zo ging in 1754 tijdens de kermis Sijmon Dirksz. wat drinken en dansen in herberg de Paus van Romen. Het lijkt erop dat Sijmon niet in een hele goede bui was. Tijdens het dansen was hij aan het ruzie zoeken en uiteindelijk krijgt hij het ook aan de stok met een aantal andere kermisgangers.
Herberg de Paus van Romen
Op 14 september 1754 verschenen voor de notaris van Grootebroek acht personen. Zij waren daar op verzoek van Cornelis Noordeloos uit Lutjebroek. Cornelis en zijn acht getuigen hadden allemaal de kermis van Lutjebroek gevierd in herberg de Paus van Romen. Ook Sijmon Dirksz was in de nacht van zaterdag 1 september op zondag 2 september in de herberg. Sijmon was een diender van de jurisdictie. Een aantal mensen waren in de herberg aan het dansen en Sijmon voegde zich bij hen. Tijdens het dansen werd aan Sijmon gevraagd om zijn sabel af te leggen: ‘Sijmon als je dansse wille, dan moetje jou sabel ofleggen, want hij slaat te veel tegen ons bienen an’. Hierop deed Sijmon zijn sabel af en gaf deze aan Piet Mulder, de knecht van Cornelis Noordeloos. Piet legde de sabel onder een tafel. Tot dan toe lijkt het erop dat de avond vreedzaam verloopt.
Gerrit Louw en Jacob Tamisz. waren aan het dansen om een fles wijn. Toen Gerrit ‘van ’t dansende afwijkende’ zei Jacob tegen hem dat hij moest doordansen of een fles wijn geven. Sijmon begint zich hiermee te bemoeien. Jacob had hier geen zin in en vertelde hem dat ‘de dingen buiten hem waren’. Hierop pakte Sijmon Jacob vast: ‘aantstons in de borst greep en op een bank neder sette’. Cornelis Noordeloos pakte Sijmon hierop bij zijn schouder vast, deze verweerde zich waardoor hij ‘in de glasen geraakte’. Hierna schoten allerlei omstanders toe en werden verdere klappen voorkomen.
genegen tot vegten
Cornelis Noordeloos verliet de herberg. Sijmon was er nog, en volgens de getuigen nog steeds ‘genegen (…) tot vegten’. Omstanders raadde hem aan om naar huis te gaan. Waarbij ze opmerkte dat dergelijk gedrag een diender niet paste. Hierop antwoordde Sijmon: ‘ik heb de donder van Ramhorst, en ik ben alleen in de werelt’. Verder zei Sijmon dat hij zijn ontslag wilde indienen: ‘ik ga van deze morgen nog na mijnheer om te bedanken’. Hieraan voegde hij toe: ‘als ik bedank dan ben ik er of, ik ben alleen in de werelt’. Hierop pakte hij zijn sabel en gooide deze met zijn rotting op straat.
Gerelateerde documenten
Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.