Ga naar content

Uit een aantal notariële akten blijkt dat ouders van leerlingen nogal wat klachten hadden over Jan. Hij was vaak niet aanwezig op school tijdens de schooltijden. En als hij les gaf, liet dat te wensen over. Jan zou volgens getuigen in de akten vooral druk zijn met kaatsen, drinken en ander vertier.

In 1698 werd de laatste akte opgesteld over het gedrag van Jan de Boer. Daarna is het een poosje stil. Het zou kunnen dat Jan zijn leven had gebeterd. Dit duurde echter niet lang. In 1705 worden er weer akten opgesteld over Jan. En weer waren er vele dorpsgenoten bereid om te getuigen.

In deze akten gaat het niet over het lesgeven van Jan. Wel wordt Jan in de akten schoolmeester genoemd, dus dat was nog wel zijn taak. Jan had wat buiten gedronken met een collega schoolmeester bij de herberg het Huis van Ruige Volkert in Westwoud. Jan wilde zijn collega nog wat wijn aanbieden, maar zijn vrouw, Jannitje Guilliams, verhinderde dit. De collega van Jan vertrok.

Blijkbaar was Jan nogal geïrriteerd door het optreden van zijn vrouw. Boos liep hij de herberg binnen en gooide een kan en een ‘vuurtesje‘ op straat. Sipke Sipkes, die vervolgens de herberg binnen liep, moest het ook ontzien. Hij werd door de schoolmeester ‘ter aarde gesmeten‘. Waarom Jan Sipke moest hebben, is niet duidelijk. Maar Jan ging flink te keer. Jan Jansz Janbroer en Pieter Ruijter, de stiefzoon van Sipke, bevrijden Sipke van Jan die ‘die seer bebloed van onder zijn handen quam‘. Pieter en nog een omstander brachten Sipke vervolgens naar huis.

De leraar van Jan Luyken

Sipke

Op 2 september 1705 legden verschillenden mensen een verklaring af voor de
notaris. Jan Jansz Janbroer en Tetje Pieters, het herbergiersechtpaar van het Huis van Ruige Volkert, en Pieter Ruijter vertelden wat er verder gebeurde begin augustus 1705 nadat Sipke naar huis was gebracht.

Jan de Boer was blijkbaar nog niet klaar met vechten. Hij probeerde ruzie te zoeken met de herbergier, Jan Jansz Janbroer. Maar de herbergiersvrouw wist dit te voorkomen. Ze verzocht haar man om naar ‘agter te gaan’. Het lijkt erop dat Jan daarna ruzie zocht met zijn eigen vrouw. Of was er iets anders aan de hand? De getuigen verklaarden dat Jan: ‘met sijn vrouw (…) dan eens staande, dan eens over de vloer rollende, eyndelijk sijn (…) vrouws rokken alle van haar lichaam afvielen, dog dat hij egter, onder geduurig schoppen ende stooten, nogal met (…) zijne huysvrouw, die alsdoen in ’t hembt was, eenigen tijdt bleef worstelen, ende om end om wentelen’. Tijdens zijn ‘furie’ scheurde Jan bij de herbergierster het schort van het lijf en bij de meid ‘haar halsjen’.

de herbergiersmeid

Terwijl de vrouw van Jan zich weer fatsoeneerde, kwam Jan de herbergier weer
tegen, die waarschijnlijk toch even wilde kijken wat er allemaal gebeurde. Jan viel hem aan en gooide hem op de grond. Weer voorkwam de herbergiersvrouw een vechtpartij. Ze greep haar man beet en sloot hem op in het achterkamertje van het huis. Tegelijkertijd ging de vrouw van de schoolmeester met haar man ‘agter in stal’. Dan eindigt deze herbergruzie.

In dezelfde akte verklaarden Maarten Coning, Marijtje Cornelis en Trijn Cornelis dat Jan de Boer en Sipke Sipkes met zijn vrouw Dirkje Pieters Moens in de avond van 26 augustus herberg de Witte Eenhoorn in Oosterblokker hadden bezocht. Blijkbaar hadden Sipke en Jan hun eerdere ruzie weer bijgelegd. De getuigen verklaarden dat de schoolmeester de herbergiersmeid, Trijn Cornelis uitschold voor hoer. Trijn was niet op haar mondje gevallen: ‘die ’t selve al geckende liet passeren ende raillerende tegensprak’. Na wat heen en weer gepraat zou de schoolmeester de meid hebben ‘aangetast, ende een en andermaal onder de voet tegen de wandt aangesmeten’. Ook zou Jan ‘haar muyl, die in ’t omverre werpen van haar voet gevallen was in ’t vuur’ hebben gegooid’, daarna gooide Jan met een aantal stoelen in de richting van Trijn.

een zoen

Maarten Coning, herbergier van de Witte Eenhoorn, en Sipke Sipkes probeerden Jan tegen te houden. Boos wende Jan zich tot de herbergier ‘hem in grammen moede aangrijpende ende seggende neemt gij ’t voor de meyd op?’. De herbergier had er genoeg van. Met een stok joeg Maarten Jan de deur uit en draaide de deur op slot. Terwijl hij Jan vertelde dat hij dergelijk ‘onmoed ende sulke ongeregeltheijt’ niet in zijn huis wilde hebben. Woedend bonkte Jan op de deur en vensters, terwijl hij de herbergier uitschold voor hond en duivel. Jan werd niet meer binnengelaten en vertrok naar huis.

Niet veel later gingen Sipke en zijn vrouw Dirkje ook naar huis met hun wagen.
Onderweg, ter hoogte van het raadhuis van Oosterblokker, kwamen zij de
schoolmeester weer tegen. Jan vroeg of hij met hun mee kon rijden. Hij had immers eerder die dag vanaf Hoorn ook al meegereden. Ondanks de gebeurtenissen in de herberg van even daarvoor en de vechtpartij in het begin van de maand, stemden zij toe. Toen Sipke op een gegeven moment achterom keek zag hij dat schoolmeester zijn vrouw een zoen gaf. Hierop zei Sipke dat hij ’’t selve nu niet wilde gedoogen, ende dat soo hij sulcx wederom merkte, hij te moede was om wagen ende alles van boven neer in ’t water te rijden’. Hij hield meteen zijn paard in om zijn woorden kracht bij te zetten. Dirkje sprong van de wagen en besloot naar huis te lopen. Ook de schoolmeester sprong van de wagen en zei tegen Sipke: ‘daar sal u de duyvel voor halen’. Sipke voelde zich waarschijnlijk zo bedreigd door Jan dat hij van de wagen afsprong, hij nam ‘de vlugt’. Sipke liep vervolgens met zijn vrouw naar huis.

in vrundschap een pijp toebak

Pieter Ruijter liet het echtpaar ’s nachts het huis binnen. Ook de naaister, Trijntje Jans, was in het huis aanwezig. Niet veel later kwam de schoolmeester aan de deur. Het leek erop dat hij het goed wilde maken. Hij vroeg of hij in huis mocht komen om ‘in vrundschap een pijp toebak met den anderen te rooken’. Maar zodra hij binnen was viel hij Sipke ‘al scheldende’ weer aan en wierp hem op de grond. Verder gooide Jan een kandelaar met een brandende kaars door de ruimte. Sipke besloot ‘omme ongemakken te voorkomen’ het huis te verlaten om een gevecht te voorkomen.

Daarna komen er geen aktes meer voor over misdragingen van Jan de Boer. Zou hij dit keer dan echt zijn leven hebben gebeterd?

Gerelateerde documenten

Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.

1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 369, akte 80

Akten, 1703-1707
Meer informatie

Meer verhalen

Bekijk alles