De arme kleermaker
Soms kan er veel veranderen in een paar jaar tijd. Zo leek Pieter Jis het voor 1745 goed voor elkaar te hebben. Hij werkte als kleermaker in Twisk en kon zich zo goed onderhouden. Bovendien was hij getrouwd met Marijtje Klaas. In 1740 zijn ze lidmaat geworden van de gereformeerde kerkgemeente te Twisk, en dat was maar goed ook…
Pieter Jis
Het drama rond Pieter Jis begint als Marijtje in 1746 overlijdt. Hij komt er vanaf dan alleen voor te staan. Dit verlies moet emotioneel zwaar zijn geweest. Maar, waar Pieter de broodwinner was, vormde dit nog geen direct financieel probleem. Echter wordt ook dit leed hem niet bespaard! Pieter breekt door een ongeval zijn been. Doordat hij een poosje niet aan het werk kan, komt hij in geldproblemen. Gelukkig kon de chirurgijn hem spoedig helpen genezen en kon hij terugvallen op de armenzorg van de gereformeerde diaconie. Hij was tenslotte lidmaat.
Maar, ook nu is het drama rond Pieter nog niet voorbij. Tot overmaat van ramp breekt Pieter kort na genezing nogmaals zijn been. Opnieuw kan de chirurgijn hem helpen met een snelle genezing. Maar, doordat hij al voor lange tijd niet heeft kunnen werken, is hij in armoede vervallen. Nu had hij opnieuw de hulp nodig van de diakenen.
een blok aan het been
Deze willen graag van Pieter af. Hij had hen ondertussen veel geld gekost, terwijl de diaconie ook andere monden te voeden had. Pieter vormde als armoedzaaier een blok aan het been. Pieter wilde niets liever dan weer aan het werk gaan en voor zichzelf kunnen zorgen. Onderdanig verzocht hij: “zou ik misschien toch nog wat geld kunnen krijgen om van te leven?”. Daarop kwamen de diakenen met een voorstel. Zij zouden hem 105 gulden geven. Hier kon hij zijn schulden mee afbetalen en daarnaast kon hij er nog een tijdje op teren.
Echter stond hier wel iets tegenover. Pieter mocht nooit meer om hulp vragen bij de diaconie van Twisk. Hij mocht zelfs “nooit of te nimmer” meer in Twisk komen! Dit klinkt nogal harteloos tegenover een man die al zoveel had meegemaakt. Maar, Pieter gaat hier dankbaar mee akkoord. 105 gulden is veel geld, genoeg om bijna een half jaar van rond te komen! Pieter vertrekt vervolgens naar Hoorn. Hier mag hij weer als kleermaker aan de gang gaan. Zo kan hij met een schone lei beginnen en alle rampspoed achter zich laten.
