Buitenechtelijk kind in Bovenkarspel
In maart 1717 beviel Neeltje Jacobs van haar dochter Geertje, in Bovenkarspel. Neeltje was niet getrouwd. Maar ze had wel trouwbeloften uitgewisseld met Simon Vlamingh.
Elkaar trouwbeloften geven, de drie huwelijksafkondigingen in de kerk of stadhuis en vervolgens het huwelijk. Dat was de gebruikelijke weg voor verliefde paartjes richting het huwelijk. De trouwbeloften werden weliswaar mondeling uitgewisseld, maar waren wel bindend. Ze konden alleen met wederzijds goedvinden worden ontbonden. Seks voor het huwelijk was in de achttiende eeuw niet toegestaan. Maar uit onderzoek blijkt dat het zeker wel voorkwam dat een bruid tijdens de bruiloft al zwanger was.
afgeblazen
Zolang het huwelijk doorging was dit niet eens zo’n heel probleem. Maar mocht het huwelijk worden afgeblazen dan had het meisje wel een groot probleem. Haar eer was nu in gevaar, een ongetrouwde zwangere vrouw was een grote schande. De enige manier om haar eer te redden was door te trouwen met de vader van haar kind of door aan hem een aanzienlijk geldbedrag te vragen. Met het geld kon ze haar kind en zichzelf in ieder geval nog onderhouden.
Het is niet bekend waarom, maar het huwelijk tussen Simon en Neeltje ging niet door. En hierdoor kwam Neeltje in een lastige positie. Ze had niet zoveel opties. Het enige dat ze kon doen was in een proces Simon dwingen om met haar te trouwen. Haar eisen werden door de notaris in een akte genoteerd.
Neeltje vroeg aan Simon een geldbedrag van 1500 guldens, een heel bedrag voor deze tijd. Maar kreeg ze dat geld wel?
Trouwbeloften
Trouwbeloften werden mondeling uitgewisseld. Vaak werd een trouwbelofte bezegeld met een kostbaar voorwerp, bijvoorbeeld een aantal munten of een ring. Trouwbeloften waren bindend en konden alleen met wederzijds goedvinden ontbonden worden. Na de huwelijksafkondigingen kon het paartje trouwen. De huwelijksafkondigingen werden op drie achtereenvolgende zondagen afgekondigd in de gereformeerde kerk of op het stadhuis. Hierna kon worden getrouwd. Tenminste, als er tijdens de afkondigingen geen bezwaar tegen het voorgenomen huwelijk werd gemaakt. Zo kon het gebeuren dat een van de twee ook al een trouwbelofte aan een ander had gegeven. Of misschien zelfs al getrouwd was.
Mocht het huwelijk onverhoopt niet doorgaan en was de vrouw zwanger, dan had zij een groot probleem. Een zwangerschap was een heel duidelijk teken dat zij een fout had gemaakt. Haar eerzaamheid was in groot gevaar, deze kon ze alleen redden door met de aanstaande vader te trouwen. Weigerde de man, dan volgde een proces. Om haar eer te redden eiste de nieuwe moeder dat de man met haar zou trouwen of haar een geldbedrag zou geven. Een huwelijk zou haar eer redden. Het geldbedrag was voor het onderhoud van haar kind. Omdat het vaak om een aanzienlijk bedrag ging, kon ze hierdoor ook weer aantrekkelijk worden op de huwelijksmarkt. Ondanks haar aangetaste eer.
Neeltje Jacobs
Op 17 april 1717 verscheen Neeltje Jacobs voor de notaris van Grootebroek. Zij was een kleine maand daarvoor bevallen van een dochter. Het meisje heette Geertje Vlamingh. Geertje had de achternaam van haar vader gekregen, Simon Vlamingh. Maar Neeltje en Simon waren niet getrouwd. Neeltje verscheen voor de notaris samen met haar oom en curator Broer Hendricksen Smit. Neeltje en Broer woonden allebei in Bovenkarspel. Zij waren een proces begonnen tegen Simon Vlamingh. Simon was een chirurgijn die woonde in Enkhuizen.
Neeltje en Broer verklaarden dat Neeltje met Simon ‘door trouwbeloften was gekomen tot vleeselijcke conversatie’. Neeltje raakte zwanger en ‘in den maendt maert dese jaere van een kindt is verlost geworde’. Neeltje en Broer lieten in deze akte vastleggen wat zij verwachtte van het proces. Zij wilden dat Simon trouwde met Neeltje. Wilde hij dit niet, dan moest hij haar betalen: ‘ofte anders, dat hij haer soude hebben te dateren met een somma van vijftien hondert carolus gulden’. Voor de kraamkosten moest Simon Neeltje honderdvijftig gulden betalen en voor het kind ‘twee gulden en 10 stuivers per week tot alimentatie’, totdat het kind achttien jaar oud was.
Oost-Indië
Maar uit de akte blijkt dat het proces niet doorging, de zaak werd geschikt. Simon beloofde dat hij 650 gulden aan Neeltje zou betalen. Hiervan zou Simon 400 gulden betalen voor zijn vertrek naar Oost-Indië. Indien hij de resterende 250 gulden niet voor zijn vertrek kon betalen, dan zou hij die betalen via een transportakte van zijn bij de VOC te verdienen maandloon. Mocht Simon tijdens zijn reis overlijden, dan zal het resterende bedrag ten laste komen van zijn erfgenamen. Bij behouden thuiskomst zal Simon nog eens 100 gulden betalen aan Neeltje. Neeltje en Broer gingen hiermee akkoord en tekende de akte.
Onderaan de akte is nog een stukje tekst door de notaris bij gekriebeld. Ook dit is een akte, met als datum 22 april. Hierin verklaren Broer en Neeltje dat Neeltje de beloofde 650 gulden van Simon heeft ontvangen. Simon is zijn belofte dus snel nagekomen.
haar eer
Neeltje hield dus een heel aardig geldbedrag aan de zaak over, maar dit ging wel ten kostte van haar eer. Uiteraard was ook Simons eer aangetast. Door Neeltje te betalen bekende hij in feite dat het kind van hem was en dat hij zich dus schuldig had gemaakt aan seks buiten het huwelijk. Mogelijk was dit een reden voor Simon om te vertrekken naar Oost-Indië.
Gerelateerde documenten
Bezoek ons archief of klik op een document om deze aan te vragen voor inzage.
1685 – Notarissen in West-Friesland 1552-1843, inv. nrs. 1664, akte 87
Akten, 1713-1717