Geboorte van Nederland: 1572–1573
Koggenland
“Ze hebben alles afgepakt. Linnen, lakens, zelfs mijn bed”
Nijes Cornelis uit Avenhorn is naar de Rechtbank gestapt. Ze wil haar spullen terug. Het dorp moest onderdak bieden aan de geuzen. Sindsdien heeft ze haar huisraad, lakens en bed niet meer teruggezien.
Hoorn
“Daar gaat jullie vlag. De overwinning is aan ons!”
Met een soepele beweging snijdt Jan Haring de vlag van het Spaansgezinde admiraalsschip los. Na dagenlange strijd lijkt de Slag op de Zuiderzee eindelijk tot een einde komen.
Stede Broec
“Deze schuiten kunnen we goed gebruiken!”
De inwoners van Lutjebroek kijken geuzenkapitein Nicolaas Ruychaver en zijn soldaten na. Het dorp leverde schuiten om de troepen te verplaatsen.
Enkhuizen
“Wow, kijk! Dat is Willem van Oranje”
Inwoners van Enkhuizen drommen samen. Het is oktober 1572. Willem van Oranje wordt ontvangen door burgemeester Pieter Buyskens. De stad loopt uit om de leider van de Opstand te zien.
Opmeer
“Wat een mooie kandelaar! Die nemen we mee”
Pieter van Gulick en zijn soldaten struinen door de kerk van Opmeer. De plunderaars nemen alle waardevolle voorwerpen mee.
Drechterland
“Mijn zoons dienen al op de vloot. Ik ga niet mee!”
Jan Does uit Westwoud moet mee op de oorlogsvloot van de opstandelingen. Maar hij weigert. Een week later wordt hij voor het gerecht gesleept.
Medemblik
“Wij zijn niet meer veilig hier, we moeten weg”
In juni 1572 vlucht de dijkgraaf met zijn vrouw uit Medemblik. Hij is niet de enige. Ook de notaris, de pastoor en de andere Spaansgezinde vertrekken. Ze zijn niet meer veilig in de stad.
