Betreft leveringscontract van brood met een weddenschapselement.
Op verzoek van een bakker wonend 'bij de molen in de banne van Oosterblokker' (dus bij de zogenaamde Bangerter of Oosterblokker meelmolen, ook wel Wester-molen, waar tegenwoordig de Krijgsman staat) verklaart een man uit 'Wolderen' (= Waalre) in de Meierij van Den Bosch, dat hij in de nazomer of herfst van 1707 bij een inmiddels overleden inwoner van Westerblokker is geweest, waar toen de requirant is komen vragen of deze brood nodig had. De overledene heeft de bakker toen voorgesteld 'op 't lijf' voor één jaar brood van hem te kopen, van tijd tot tijd te leveren wanneer hij het nodig had. Na enig onderhandelen was afgespro-ken, dat de requirant de nu overleden persoon gedurende een jaar van tijd tot tijd roggebrood zou leveren wanneer deze dat nodig had of wenste, en dat deze, als hij een jaar na dato nog zou leven, dit brood 'om niet' zou hebben, dus niets zou hoeven betalen. Maar in het geval dat deze man binnen een jaar na dato zou overlijden, zoals is geschied, zouden zijn erfgenamen gehouden zijn ƒ 3.- per geleverd brood van 16 pond te betalen.