Toelichting zoeken

U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken. 

Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.

Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.

Uw zoekacties: heerlijkheid Obdam

Objecten

beacon
 
 
Notariële akte
Attestatie, 6-10-1666
Notaris:
Jan Reijersz. Rijp
Plaats notaris:
Avenhorn
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
1 Kornelis Jans Boots  
2 Pieter Kornelisz  
3 Willem Jans Langedijk  
4 Olof Jakobs  
5 Gootje Huiberts Schuitemaker (!)  
6 Huibert Simons  
Object:
heerlijkheid Obdam  
polder Wogmeer  
buurt Zuid-Spierdijk  
Annotatie1:
Zie ook: 0189/083.
Betreft geschil van een Zuid-Spierdijker met de tiender over het zaad van zijn land in de Wogmeer onder Obdam, en door diens toedoen geleden schade aan het gras en zaad.
Annotatie2:
Op verzoek van Willem Jansz Langedijck te Zuid-Spierdijk onder Berkhout (zie: Langedijk, Willem Jans) attesteren Cornelis Jansz Boodts, oud circa 47 jaar (zie: Boots, Kornelis Jans), en Pieter Cornelisz, oud circa 32 jaar (zie: Kornelisz, Pieter), beiden ook wonend op Zuid-Spierdijk onder Berkhout.
Zij verklaren ‘waar ende waarachtig te wesen in plaetse van eede, dat den requirant een stuck lants gebruyck [sic] groot omtrynt 4 1/2 morgen, gelegen in de heerlijckheyt van Opdam in de Woghmeer, waarop denselven omtrynt 1 1/2 morgen heeft beseyt gehadt midden in 't selve lant, en[de] alsoo gemelde saat Oliff Jacobsz’ (zie: Jakobs, Olof), ‘thiender over 't selve distryckt, op 't lant hadde doen arresteren, en[de] omtrynt vier weken ofte een maant in arrest gehouden, waardoor den req[uiran]t soo aen gras als saat groote schade heeft geleden, ter oorsake den gemelden Langedijck sijne beesten daar niet op conde brengen ofte souden het saat hebben v[er]nielt, soodat het gras is comen te verwassen, en[de] aen 't saat, dat hetselve van de regen v[er]scheyden malen is doornat, en van duyven, m[u]ysen ende andere ongedierten groote schade geleden.
Annotatie3:
Allegeren sij deposanten voor reden[en] van wetenschap, dat se naeste lendens sijn van den voorsz[eyde] Langedijck, ende specialycken van 't selve lant, en[de] dagelijcks gesien te hebben het gras verwassen, en 't saat leggend[e] en[de] staende alsofte het niemant toe en behoorde.
Eyndende hiermede hiermede [sic] hare ware ende oprechte verclaringe, dien sij presenteren des noot ende daartoe v[er]socht sijnde nader te affirmeren.
Aldus gedaen tot Avenhorn ten huyse mijns not[ari]s, ter presentie van Gootjen Huybersz en[de] Huybert Symonsz, getuygen van geloove met mij not[ari]s hiertoe versocht. Datum als boven.’ (Zie: Huiberts, Gootje en: Simons, Huibert.)
N.B.: Verwassen = sterk uitgroeien, vergroeien (zie: Woordenboek der Nederlandse Taal [WNT]).
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
189
Aktenummer:
84
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
chat loading...