Betreft verkoop van huis te Hoogkarspel, waarschijnlijk het z.g. Medemblikker Tolhuis, in de zomer van 1724, door de toenmalige burgemeester van Hoogkarspel aan de drie burgemeesters (?) van Medemblik.
Op verzoek van burgemeester en regenten van Hoogkarspel verklaren de huidige vredemaker en een oud-vredemaker van die plaats, dat zij destijds aanwezig waren in de herberg Bantam aldaar, toen 'na veelvuldige discoursen' tussen de genoemde burgemeesters de koopovereenkomst werd gesloten van een 'huys en erf staande en gelegen tot Hoog Carspel aan de Nieuwe Weg' (= hier: de huidige Tolweg) 'bij het Tolhek aldaar'. Ter betaling zouden de kopers de verlopen verpondingen en andere 'ongelden' voor hun rekening nemen, die volgens schatting van de verkoper tussen de ƒ 150.- en ƒ 160.- bedroegen.

N.B.: Bij nader onderzoek bleek echter, dat de drie genoemde personen in 1724 géén burgemeesters van Medemblik waren; wèl behoorden zij tot de z.g. 'boontrekkers'. Ook in de voorafgaande en volgende jaren waren deze drie nooit gezamenlijk burgemeesters van Medemblik. Het geheugen van de attestanten faalt hier dus duidelijk.
Mogelijk waren deze drie personen wel destijds in Bantam als kopers aanwezig, maar hadden zij een andere functie (zij waren óók geen schepenen), ofwel er waren wèl drie burgemeesters van Medemblik aanwezig, maar dan waren dit andere personen dan hier worden genoemd.