Zie ook: 0131/054, 055.
Geen notariële akte, maar een oud-rechtelijk stuk; de notaris treedt hier op in zijn hoedanigheid van secretaris der stede Abbekerk.

Betreft uithuiszetting van een gezin uit Medemblik, dat kennelijk illegaal woont te Twisk, gevolgd door een onheilswens door de vrouwelijke helft van het buiten-gezette echtpaar.
‘Op den drieëntwintigste february des jaars zeventienhondert en vijftien hebben de heeren Dirk de Zee, bailjuw en schout der stede Abbekerk, Kornelis Dool, burgerm[eeste]r te Twisk’ (zie: Dool, Kornelis Jans!), ‘en de schepenen Jan Maartensz Zijp, Theunis Rooker en Suus Opperdoes’ (zie: Roker, Teunis Kornelisz en: Opperdoes, Suus Pieters!) ‘zich vervoegt aan het huys van den heere Herman Van Egum, staande te Twisk, ende hebben uyt den name ende op ordre der vroetschap van het dorp Twisk zeekeren Zaaf Oostwoud van Medemblik’ (zie: Oostwoud, Saaf), ‘die in ’t zelve huys buyten het consent ende tegen de resolutie van de welgemelde vroetschap met zijn familie was komen inwoonen, afgevraagt, of hij nog ilico, gelijk hem reets tevooren tevergeefsch was geordonneert, wilde vertrekken, ’t geene hij beantwoorde met te zeggen ordre te hebben om geen voet te wijken.

Waarop gemelde heer officier denzelven Zaaf Oostwoud en familie uyt het voorsz[eyde] huys heeft gedaan delogeren en deszelfs meubilen daaruyt brengen, hem wijders verbiedende daar weder in te komen, ofte dat anders zoude werden gebragt ter plaatze daar de regenten alsdan goetvinden.
Onder dit uytzetten zeyde Bartholina van Egum, de huysvrouwe van dezen Zaaf Oostwoud, dat het dorp Twisk geene ongelukken genoeg gehadt hebbende, nog ongelukkiger stonde te werden, dreygde verders verscheydemaalen den buarger-m[eeste]r Dool met deze specifique woorden, dattet het dorp Twisk op ’t hart varen zoude, en presenteerde den burgerm[eeste]r t’elkens de handt tot bevestiging dat er eenig onheyl te dugten ware.
Opdat van dit gepasseerde ten allen tijde zoude kunnen blijken, is hieraf deze acte geschreven ende ten oirconde door schepenen onderteekent.’
P.S.: Dit echtpaar, de uit Medemblik afkomstige zuster en zwager van de eigenaar van het huis (vermoedelijk ook wonend te Medemblik), oefende daar waarschijnlijk een illegaal bakkersbedrijf uit.