Betreft de lengte van balken, bestemd voor de Westfriese Omringdijk in Drechter-land op No. 91 (aan de Zuiderdijk onder Schellinkhout!).
Op verzoek van waarschappen van Drechterland verklaren vier burgers van Wervers-hoof, dat naar hun mening de 'halff twintich ellens balcken', die volgens het plan van de hoofdingelanden geslagen moeten worden in de aarden glooiing van deze dijk op No. 91, onder opzicht van de waarschap van Hoogkarspel, niet lang genoeg zijn om 'door den selven gloyinch met eenige vastich[heydt] te reycken in den vasten oever'. Volgens hen zal het hout daar niet het minste nut hebben, en zullen de balken, als de glooiing wordt weggespoeld, worden meegevoerd, omdat zij slechts in de glooiing zullen vastzitten. Naar hun mening zullen daar langere balken voor moeten worden gebruikt, 'ende sulcx wel 16 ellens Koper-wijcks, dewelcke door den meergemelte gloyinch in den vasten oever van den zee-dijck sal konnen reycken, en schoon den gloyinch quam wech te spoelen, tselve bestendich konnen zijn tot bescherminch van de zeedijck aldaar ter plaetse'.

N.B.: Met Koperwijck (ook wel: Coperwijck) werd Kopervik (tegenwoordig: Drammen) aan de Drammensfjord in Noorwegen (even ten W. van Oslo) bedoeld. ‘Koperwijcks’ was een soort hout, dat daar vandaan kwam.