Geen notariële akte, maar een oud-rechtelijk stuk; de notaris treedt hier op in zijn hoedanigheid van secretaris der stede Abbekerk.
Betreft bekostiging en onderhoud van een scheidingshek tussen 2 huizen te Lambertschaag onder Abbekerk, gescheiden door een steeg, en het gebruik van die steeg.

Meinardus Betten (‘Meynardus Bette’), predikant te Zwaag en eigenaar van een huis en erf te Lambertschaag beoosten aan de weg, dat door een steeg wordt gescheiden van het daar benoorden aan grenzende erf, dat eigendom is van ene Jan Kornelisz Harderwijk, wonende op Harderwijk onder Hoogwoud, benoorden de Boekelweg, had een scheidingshek laten zetten tussen zijn erf, aan de noordzijde, en de steeg. De gerezen onenigheid ontstaan over het bekostigen en onderhouden van dat hek, en over de vruchten en het gebruik van de steeg, wordt als volgt geregeld: 1. Jan Kornelisz betaalt aan de heer Betten eenmalig ƒ 8:12 als vergoeding voor het maken van het hek. Dit heeft hij ook bij deze betaald.
2. De heer Betten, of iedere toekomstige eigenaar van zijn erf, zal het betreffende hek geheel alleen voor eigen rekening onderhouden, en zonodig doen vernieuwen, zonder dat Jan Kornelisz of eventuele toekomstige bewoners van zijn huis daar iets aan hoeven bij te dragen.
3. Het gebruik en de vruchten van de gehele steeg zal altijd zijn en blijven bij het erf van Jan Kornelisz, mits dat hij of iedere toekomstige eigenaar gehouden is een hek aan de dorpsweg (het huidige Noordeinde!) geheel voor eigen rekening te maken, bekostigen en onderhouden.
4. De Zuiderste Eendenweid (‘Zuyderste Eyndeweyd’), eigendom van Kornelis Fransz Groot (te Lambertschaag onder Abbekerk!), had altijd haar overpad over het erf langs de zuidkant van het huis van de heer Betten. Dit overpad zal voortaan zijn door de steeg tussen de 2 erven van bovengenoemde 2 partijen; dit zal ook blijven gelden voor toekomstige eigenaars van de Eendenweid (‘Eyndeweyd’). Deze Kornelis Fransz Groot ondertekent mede deze overeenkomst.