Twee armenvoogden te Bovenkarspel attesteren op verzoek van een 'raad' (vroedschap) te Bovenkarspel, dat zij aanwezig zijn geweest op een 'stekelschouw' van de armen- en kerkelanden in juni 1730, toen daar door de requirant een contract van koop en verkoop werd gesloten met een schepen te Bovenkarspel, waarbij de requirant een belendend huis en erf kocht aan de Tochtebrug onder Bovenkarspel, waarbij tevens werd overeengekomen dat de requirant van de desbetreffende schepen alle 'nieuwe' stenen zou overnemen, die daar en elders waren opgeslagen, en wel voor dezelfde prijs als de schepen daarvoor had betaald. Bovendien zou de schepen nooit meer als verkoper van steen mogen optreden.