U doorzoekt hier indexen op de bouw- en hinderwetvergunningen van onze gemeenten.
De beschikbare bouwvergunningen zijn opgenomen in een schema.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
In het werkgebied kunt u de juiste (oude) gemeente vinden.
Wilt u een vergunning raadplegen? Vraag de vergunning dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Het is handig om een (digitale) camera mee te nemen om foto's te maken van bouwtekeningen.
Mijn Studiezaal (inloggen)
Objecten
1685_224 ONA 224. Berkhout, akten notaris Jan Maertensz Heijmenssen, 1661-1684.
Attestatie, 30-5-1674
Notaris:
Jan Maertensz. Heijmenssen
Plaats notaris:
Berkhout
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Annotatie1:
Zie ook: 0224/096, 098, 100.
Betreft de grote gaten in de waterafscheiding (‘waterschutting’) tussen de Vier Noorder Koggen en de Westerkogge van Drechterland, met name in de Molendijk ‘op de Leeck’ (hier: de Leekerlanden ofwel Buitendijkse Landen in de banne van Wognum).
Betreft de grote gaten in de waterafscheiding (‘waterschutting’) tussen de Vier Noorder Koggen en de Westerkogge van Drechterland, met name in de Molendijk ‘op de Leeck’ (hier: de Leekerlanden ofwel Buitendijkse Landen in de banne van Wognum).
Annotatie2:
Op verzoek van de ‘gesamentlycke vredma[ke]rs ende regeerders van [de] Westercogge’ attesteren Floris Jorisz wonende ‘in de Meer in de banne van Berckhout’ (d.w.z. de Baarsdorpermeer) en Jan Broersz (zie: Broers, Jan), Jan Pieters Goed, Jan Cornelisz Huysman (zie: Huisman, Jan Kornelisz) en Arien Jacobsz (zie: Jakobs, Adriaan) wonende op de Leek in de banne van Berkhout.
Zij verklaren ‘waer ende waerachtich te sijn 't gunt volcht, dat haer attestanten noch altesamen seer wel bekent en in goede versse memorie is, dat nu in den v[oor]leden herfst laestleden ende nu noch in de voorledene maent meert 1674 het water van [de] Noorder Coggen soo hooch ende sterck heeft gehouden ende aengeparst is aen de waterschuttinge leggen[de] tusschen dito Noorder Coggen ende de Westercogge, dat op de Leeck sodanige groote gaten sijn gecomen in de Molendijck, dat het water van [de] Noorder Coggen dito waterschutting op v[er]scheyden plaetsen soo heeft afgespoelt ende v[er]swackt, dat men der volcomen en absoluyt met cleyne pramen wel door conde varen, ja voorders dat men wel met een groote koepraem op een plaets soude doorgecomen hebben.
Zij verklaren ‘waer ende waerachtich te sijn 't gunt volcht, dat haer attestanten noch altesamen seer wel bekent en in goede versse memorie is, dat nu in den v[oor]leden herfst laestleden ende nu noch in de voorledene maent meert 1674 het water van [de] Noorder Coggen soo hooch ende sterck heeft gehouden ende aengeparst is aen de waterschuttinge leggen[de] tusschen dito Noorder Coggen ende de Westercogge, dat op de Leeck sodanige groote gaten sijn gecomen in de Molendijck, dat het water van [de] Noorder Coggen dito waterschutting op v[er]scheyden plaetsen soo heeft afgespoelt ende v[er]swackt, dat men der volcomen en absoluyt met cleyne pramen wel door conde varen, ja voorders dat men wel met een groote koepraem op een plaets soude doorgecomen hebben.
Annotatie3:
Dat mede veele ende v[er]scheyden dagen in dito tijt het water in de gemelde Noorder Coggen soo hoogh ende sterck heeft gestaen aen dito waterschuttinge, dat in cas van contrarie Godts weer en wint niet belet hadde van stil, ende anders de landen in de Westercogge t'eenemael soud ondergeloopen hebben, tot groote schade van [de]selve landen.
't Geene voorz[eyt] v[er]claerden sij attestanten tesamen de oprechte waerheyt te [sijn], presenteren[de] 't selve desnoots sijnde naerder onder eede te bevestigen als naer rechten.
Gedaen op de Leeck, present Joris Ariensz Spruyt ende Egge Teunisz mede woonen[de] op de Leeck, getuygen hiertoe v[er]socht, die dese benevens haer attestanten ende mij not[ari]s geteeckent hebben.’
(Zie: Spruit, Joris Adriaans, en: Teunisz, Egge.)
't Geene voorz[eyt] v[er]claerden sij attestanten tesamen de oprechte waerheyt te [sijn], presenteren[de] 't selve desnoots sijnde naerder onder eede te bevestigen als naer rechten.
Gedaen op de Leeck, present Joris Ariensz Spruyt ende Egge Teunisz mede woonen[de] op de Leeck, getuygen hiertoe v[er]socht, die dese benevens haer attestanten ende mij not[ari]s geteeckent hebben.’
(Zie: Spruit, Joris Adriaans, en: Teunisz, Egge.)
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
99
laatste wijziging 08-09-2020
1 gedigitaliseerd