Zie ook: 0189/156, 158; 0190/080, 083, 088, 120, 121, 125, 146; 0191/041, 063.
Betreft geschil tussen Grosthuizen en Oudendijk over het bestuur van de Polder Beschoot.

Arbitrale uitspraak door 5 arbiters betreffende het bestuur van deze polder.
'Volgens de last ende commissie gegeven, doende voor uytsprake als volgt: Eerstelyck sullen die van Grosthuysen ende den Oudendijck hebben een seperate regeringe over de Polder Beschoot; te weten die van Grosthuysen sullen regeren van Grosthuysen af tot het Schot toe, ende die van den Oudendijck van gelijcken van haer dorp af tot het voorsz[eyde] Schot toe.

Wijders die van den Oudendijck sullen hebben onder haer beheersinge aen de Drechterlantsche Zeedijck no. 16 en 26, mitsgaders de Slimdijck tot Avenhorn toe, alsmede hare portie van de Grosthuyser Gou nae parate van de morgentalen, en dat van 't oostendt af, waervan sij haer alle keuren ende schouwe onderwerpen.
Die van Grosthuysen sullen hebben onder haer opsicht aen de voorsz[eyde] Drechterlantsche Zeedijck no. 5, 6 en 15, alsmede 't gene op Ursem onder haer beheersinge is gelegen, alsmede hare portie van de Grosthuyser Gou nae parate van haer morgentalen als boven.

Voort sullen die van Grosthuysen en den Oudendijck jaer om jaer een warschap hebben op de voorsz[eyde] Drechterlantsche dijcken.
Wijders sullen die van den Oudendijck op alle rekeninge, comparatiën en[de] voorvallende taken consernerende de voorsz[eyde] Drechterlantsche dijcken mogen compareren, soowel als die van Grosthuysen.
Soo sal de schuldt van achtduysent vierhondert ende tweeëntveertigh g[u]l[den] bij de partijen aen ons bekentgemaeckt, sullen die van Grosthuysen betalen vierduysent vierhondert twee ende veertigh gulden en die van den Oudendyck vierduysent gulden, waermede alle questiën tot dato deses sullen wesen doot ende teniet.
Doch ingevalle eenige questie ende geschil ofte duysterheyt uyt desen mochten ontstaen, houden sij comp[aran]ten en arbyter[s] de nader interpretatie ende v[er]claring aen haer selven, doch alsoo geene bewijsstucken ten wedersijden sijn vertoont, ... geen regarde te nemen op den zegels [?].
Aldus gedaen ende uytgesproken bij ons onderget[ekenden], ten huyse van Poort, ter presentie van Heyndryck Poort ende Claes Com[mandeur], beyde won[ende] alhier, getuygen van geloove hiertoe v[er]socht, op den 6e decemb[er] a[nn]o 1684.’
(Zie: Poort, Hendrik Jakobs!, en: Kommandeur, Klaas Jakobs [zie handtekening].)
N.B.: Hierna wordt het Schot de grens tussen Grosthuizen en Oudendijk; hiervoor was de Beschooter Watering de grens, Grosthuizen verliest dus een stuk.