Betreft de bannen die zeggenschap hadden in het bestuur van de Westerkogge van Drechterland wat betreft de bemaling: Oudendijk niet!
Op verzoek van de ‘regering’ van Grosthuizen attesteren Cornelis Volckersz, circa 94 jaar oud, wonende te Avenhorn (zie: Volkerts, Kornelis), Pieter Lourensz, circa 86 jaar oud, wonende te Berkhout (zie: Laurensz, Pieter) en Aerjen Cornelisz, circa 78 jaar oud, wonende in de banne van Scharwoude aan de Trekweg (zie: Kornelisz, Adriaan), allen oud-vredemakers en –waarschappen ‘ter plaatse van hare maalstede ende oversulcks eertijts regenten van de Westercogge’.

Zij verklaren ‘waar te wesen, dat sij deposanten alle 't amp van vred[ema]k[e]rs en[de] waarschap[pen] v[er]scheyden malen hebben bedient, dat ten tijde hare bedieninge niemant anders eenigh gesagh nochte bewint hebben gehadt, en noch hebben, over de Westercogge, als de ban van Hoorn, Dampten, Berckhoudt, Grosthuysen, Avenhorn en[de] Scharwoude, ende dat alle comparytiën, beraet-slagingen ende rekeningen tenderende 't gesagh over de voorsz[eyde] cogge voor sijn prievé bij de voorsz[eyde] ses stemmen als tot een lighaam behooren[de] is geregeert en oock haren gestoe[l]den dijcken in de Westvriessche Rynck sijn hebbende, volgende de morgentalen in denselve begrepen, v[er]claren noch dat de regenten van Oudendijck nooyt eenige regeringe, bewyndt ofte gesagh over de Westercogge hebb[en] gehadt, noch op eenige comparytiën ofte omslagen gemelde cogge rakende sijn verschenen, noch ten nooyt gestoelde dyck in Drechterlant hebben gehadt.
Allegeren voor redenen van wetenschap de gemelde cogge beneffens de voorsz[eyde] hare confraters hebben helpen regeren, en oversulcks in ses separate leden bestaende en altoos ofte immers wel 66 jaren in voegen voorsz[eyt] geregeert is geweest, en verclaren 't selve van hare predecesseurs mede menighmaal hehoort [sic] te hebben, de meergemelde cogge is geregeert als ten tijde van hare deposanten.

Eyndende hiermede hare ware verclaringe, dien sij des noot en[de] v[er]socht sij[n]de breeder beloven te affirmeren.
Aldus gedaan ten huyse van Corn[elis] Volckersz, Pieter Louwen ende Aerjaen Corn[elisz], ter presentie van Dirck Otsz van Avenhorn, Corn[elis] Jansz van Berckhout en Jan Baarsz van Scharwoud, en[de] Pier Jansz, mijnen clerck van Avenhorn, getuygen van geloove met mij not[ari]s hiertoe versocht.’
(Zie ook: Ottes, Dirk; Jans, Kornelis; Berts/Baars?, Jan en: Jans, Pieter.)
N.B.: Het gaat hier over de Westerkogge qua bemaling, wat iets anders is dan de Westerkogge qua bedijking: Daarin doet Oudendijk namelijk wel mee.