Zie ook: 0387/117B, 117C, 117D, 117E (alle zonder annotatie).
Betreft contract tussen de regenten van Obdam, de Wogmeer, Spanbroek en Berkhout betreffende de financiering van het het onderhoud van het schoolhuis op de Spierdijk onder Obdam, en van de aanstelling van een nieuwe gezamenlijke schoolmeester.

Namens burgemeester en regenten van Obdam compareert de baljuw, schout en tevens secretaris van Obdam, namens de dijkgraaf van de Wogmeer een heemraad van de Wogmeer, namens burgemeester en regenten van Spanbroek de baljuw, schout, tevens secretaris van Spanbroek en tenslotte namens Berkhout de burgemeester van Berkhout.
Er is wegens onenigheid tussen de vier besturen al geruime tijd geen school-meester geweest, en het schoolhuis is gedurende die tijd ook niet onderhouden.

Het gebouw zal nu worden gerepareerd en opgeknapt, waarbij elk van de 4 plaatsen 1/4 deel van de kosten voor zijn rekening zal nemen. Het verdere onderhoud van het pand zal voor 1/3 deel worden gedragen door de regenten van Obdam, de Wogmeer en Spanbroek, terwijl die van Berkhout ƒ 4.- per jaar zullen bijdragen, ongeacht de werkelijke jaarlijkse onderhoudskosten, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals schade door brand of zware storm, die buitengewone reparaties noodzakelijk maken, want in dat geval zullen de regenten van Berkhout 1/4 van de lasten daarvan dragen. De schout, burgemeester en regenten van Obdam zullen het beheer van het onderhoud hebben. Zo spoedig mogelijk zal een schoolmeester worden beroepen op een traktement van ƒ 100.- per jaar. Hij zal door de 4 plaatsen bij meerderheid van stemmen worden uitgekozen uit 3 kandidaten, en de gekozen persoon zal worden gepresenteerd aan de heer van de vrije heerlijkheid Obdam, en zijn ‘gaven’ [zijn zangkunsten] in de kerk te Obdam moeten laten horen. Dit alles zal met voorkennis van de gecommitteerden der 4 plaatsen moeten geschieden. Aan het jaarlijks traktement zal Obdam ƒ 22.- bijdragen, de Wogmeer ƒ 22.-, Spanbroek ƒ 22.- en Berkhout ƒ 12.-, en verder zal ieder huisgezin van de genoemde plaatsen, voorzover die voorheen tot het onderhoud van het schoolgebouw hebben bijgedragen, als vanouds 6 stuivers moeten bijdragen. Wanneer deze contributie het bedrag van ƒ 100.- te boven gaat, zal het verschil worden gebruikt voor reparaties; mocht het totaal een tekort geven, dan zal elk der 4 plaatsen het ontbrekende na rato moeten aanvullen.