Betreft de omstandigheden rond de aankoop van een stuk land te Wervershoof.
Op verzoek van een Wervershover attesteren 7 van zijn dorpsgenoten, onder wie de herbergier en zijn vrouw en de burgemeester (= vredemaker).

De eerste 6 attestanten, d.w.z. allen behalve de herbergiersvrouw, verklaren dat zij eind januari 1652 allen aanwezig zijn geweest bij de verkooponderhandelingen over een stuk land genaamd de Kneeltjesweid - vermoedelijk in de herberg – door de 1e en de 4e deposant in deze als verkopers en de schoonzuster van de requirant (zusters van zijn vrouw) als koopster, met de requirant als haar gemachtigde. Toen de verkopers en de kopers het niet eens konden worden, heeft de requirant de koop doorgedrukt, door te zeggen: ‘Ick sal mij machtich maken om ’t voors[zeyde] lant te coopen. Indien ick het coop, ende Griet Cornelis-d[ochte]r dat niet hebben wil, ick sal de man wesen ende daervoor staen’. (Griet Cornelisdochter is de schoonzuster, de koopster, zie: Kornelis, Grietje.) Vervolgens heeft de requirant het land op deze wijze gekocht.
De 6e deposant, de burgemeester, verklaart ook nog, dat hij bijtijds in opdracht van de koopster (de schoonzuster dus) ter secretarie van Medemblik het gekochte land heeft doen registreren, en de 40e penning betaald heeft van het geld dat hij daarvoor van de koopster had meegekregen, zoals ook blijkt uit de kwitantie die hij daarvan ter secretarie gekregen heeft.

De 1e deposant, één der verkopers, verklaart nog ‘wel te weten, dat deselve Griet Corn[elis]d[ochte]r seer becommert was, wie van harentwegen haer gecochte lant soude aengeven, ende dat hij attestant present was ende gehoort heeft, dat sij den voors[chreven] Pieter Jacobsz Ruyter’ (de burgemeester, zie: Ruiter, Pieter Jakobs) daertoe v[er]socht ende last gegeven [heeft]’.
Tenslotte verklaart nog de 5e attestant, de herbergier, met zijn vrouw, dat er na de koop door de betrokkenen, onder wie de koopster met haar voogd en gemachtigde, was gedronken, en dat de koopster had beloofd dat zij het gelag, dat blijkbaar was voorgeschoten, zou terugbetalen aan de attestanten, maar dat zij had verboden, dat er daarna nog op hetzelfde gelag zou worden verteerd en gedronken. De 2e attestant heeft dit ook gehoord.
Gepasseerd in de herberg te Wervershoof.