Zie ook: 3872/251, 272, 364, 365, 387, 397, 398, 402, 405, 410.
Betreft huur, verhuur en eigendom van land te Oostwoud, vermoedelijk in verband met aanspraken daarop door de kerk.

Op verzoek van een Oostwouder en diens oomzegger (zusterszoon) op de Langereis in de banne van Oude Niedorp verklaart een 57-jarige inwoner van Oostwoud, dat hij nog goed weet, dat omtrent 20 jaar hiervoor de inmiddels overleden vader van de 1e requirant in de kerk van Oostwoud publiekelijk heeft doen roepen, zoals daar de gewoonte is, dat hij een zeker stuk land wilde verhuren, genaamd Pieter Willems Weid, gelegen in het oosteinde van Oostwoud. Daarna was de attestant bezocht door een zekere dorpsgenoot, die hem verzocht dit land voor hem te willen huren, hetgeen de attestant weigerde. Vervolgens zijn de attestant en die man toen naar de verhuurder gegaan om het land te huren, maar toen bleek dat het land inmiddels al aan een ander was verhuurd.
Onlangs echter, in de afgelopen winter, had de attestant de zoon van de hiervoor genoemde aspirant-huurder horen zeggen, dat zijn grootvader (‘bestevader’, schoonvader van zijn vader) in de tijd dat de bovengenoemde verhuurder nog in Vlaanderen woonde, de Pieter Willems Weid voor ƒ 160.- per jaar heeft gehuurd (‘gebruyckt’).
P.S.: Deze akte en de volgende komen in het register op microfiche 20+ in omgekeerde volgorde voor.