Zie ook: 0384/025, 037, 041, 042, 051, 086.
Betreft de verblijfplaatsen van een bootsman te Westerblokker gedurende een zekere periode.

Op verzoek van deze bootsman verklaart een koopman, tevens boekhouder (reder) van het schip De Beets, dat hij van 23-04-1764 tot 25-12-1764 met de requirant op het genoemde schip heeft meegevaren. Het schip was op 23-04-1764 naar Texel gezeild, en op 25-12-1764 was de requirant in Hamburg van boord gegaan en vandaar met ander scheepsvolk naar huis vertrokken. In de maand januari 1765 is de requirant ten huize van de deposant gearriveerd.
Een 2e deposant, een 44-jarige scheepstimmerman uit Oosthuizen, verklaart samen met de requirant op genoemd schip op 23-04-1764 van de rede van Enkhuizen te zijn vertrokken naar Riga, vandaar vervolgens naar Rochefort, daarna weer naar Riga en tenslotte op 06-12-1764 te Hamburg te zijn aangekomen, waar het schip is blijven liggen. Enkele leden van het scheepsvolk, waaronder de deposant en de requirant, is daar op 26-12-1764 van boord gegaan en vervolgens in de maand januari 1765 te Westerblokker aangekomen.
In al die tijd dat de reis duurde, is het schip noch het scheepsvolk, en dus ook de requirant niet, in ‘Holland” geweest.