Geen notariële akte, maar een oud-rechtelijk stuk; men compareert hier ter secretarie der stede Abbekerk voor de secretaris (Muus Kornelisz Dool!).
Betreft een schuld van een jonge, naar Indië vertrekkende dominee aan de armenvoogden van Opperdoes.

‘Compareerden ter secretarye der stede Abbekerk Remmont Hauwert’ (zie: Hauwert, Remment/Remme Jakobs!), burgerm[eeste]r te Opperdoes ende tot desen gequali-ficeert van de vroetschappen aldaar aan de eene zijde ende do[minee] Hendricus Buurs, beroepen predicant na Oost-Indiën gaande, woonende te Abbekerk aan de andere sijde. Welke comparanten te kennen gaven, dat de laaste in sijne jonkheyt eenige alimentatie van de armevoogden te Opperdoes hadde genooten, ende deselve aanmerkende over ’t regt van v[er]val voor de opgem[elde] armevoogden betreffende de nalatenschap van de bovengen[oemde] do[minee] Hendricus Buurs, daarbij genegen waren tot afdoeninge van ’t voorsz[eyde] regt tot de voorn[oemde] nalatenschap, ende wedersijts aanmerkende eene gansch en seer onsekere regt van verwagtinge tot de bovengem[elde] nalatenschap van de laaste comparant.
Soo verklaarden sij daarover ende dienaangaande te hebben gehandelt en waren gecontracteert: Dat de gem[elde] do[minee] Hendriecus Buurs aan de eerste comparant in sijn bovengen[oemde] qualiteyt voor de arme te Opperdoes als tot eene recompensatie van de voorsz[eyde] alimentatie sal geven de somma van vijftien guld[ens], gelijk ook bij de ondertekeninge deses is gedaan, waarmede de eerste comparant Remment Hauwert in gem[elde] qualiteyt ter voorsz[eyde] sake v[er]klaarde genoegen te nemen, renuntiërende vervolgens van ’t regt van verwagtinge tot de nalatenschap van de laaste comparant do[minee] Hendricus Buurs, die in ’t toekomende soude kunnen geschieden, de voorsz[eyde] arme te Opperdoes concerneerende mogte wesen.
Alles opregt en ter goeder trouwen en onder v[er]bant als na regten, tot blijk der waarheyt bij de comparanten geteekent den 23. september 1741.