Agenda

<< Maart 2024 >> 
 ma  di  wo  do  vr  za  zo 
      1  2  3
  4  5  6  7  8  910
11121314151617
18192021222324
25262728293031
 

Nieuwe "hangplekken"

19 maart 2020

Onlangs plaatsten wij op onze website een nieuw thema-artikel over Westfriese galgenvelden. Het Noord-Hollands Dagblad wijdde hier een week later een uitgebreid verhaal aan. We kregen al snel reacties over “hangplekken” waarvan we het bestaan en de locatie nog niet kenden. Cor Sjerps schreef ons over een “galgenlandje” bij De Hout onder Hem, aan het eind van de Meeweg. Zijn vader had daar een stukje land in eigendom “van pakweg 20x20 meter omzoomd door smalle slootjes”.

Een vonnis van de rechtbank van de stede Hem en Venhuizen uit 1727 spreekt van “een radt op het galgeveldt  deser stede”. Deze plattelandsstad had dus inderdaad een eigen galg en rad.

galg Hem en Venhuizen
Vermoedelijke plaats van de galg van de stede Hem en Venhuizen op de kaart van Noord-Holland door Johannes Dou.

galgenveld en rad Hem en Venhuizen
Strafeis uit 1727 door de schout van de stede Hem en Venhuizen, met vermelding van "een radt op 't galgevelt".

In ons thema-artikel wezen wij al op de veldnamenkaart van het Meertensinstituut. De heer Gerard Jak vond op deze kaart het galgenveld van Opmeer, in de Lagehoek net buiten de Berkmeer, ligt een smalle strook: “Galgenveld”. Aan de overkant van de ringdijk staat trouwens nog een kleurrijke veldnaam: “De Hel”.

Opmeer - detail galgenveld
Galgenveld van Opmeer, met vlakbij "De Hel" in de Berkmeer.

Jan Peereboom uit Berkhout, één van onze vaste bezoekers, vertelde ons over een perceel genaamd “de galg” in de buurt van de Kapellesloot bij Spierdijk. Hij had daar in zijn jonge jaren gewerkt op het land. Spierdijk viel grotendeels onder het rechtsgebied van Spanbroek, dus het idee lag voor de hand dat we hiermee nóg een galgenveld hadden opgespoord. Dat is echter nog geen uitgemaakte zaak. Het perceel ligt namelijk op grondgebied van Wognum en dat dorp viel tot 1811 onder het rechtsgebied van Hoorn. Het ligt niet voor de hand dat Spanbroek een galg zou plaatsen in een ander rechtsgebied. En het is zelfs de vraag of Hoorn dat zou toestaan. Misschien is het antwoord over dit galgenveld van Spanbroek te vinden in de verpondingsleggers van Spanbroek of Wognum. Dat zijn de boeken waarin voor 1800 eigendommen goed geregistreerd stonden in verband met belastingen op onroerend goed.

galgenveld Wognum mogelijk van Spanbroek
Galgenveld  in Wognum, mogelijk van de stede Spanbroek (detail kadastraal minuutplan sectie C, 1823).

Een laatste “aanwinst” is een verwijzing in een notarisakte uit 1721 naar de “Galgakker” in Obdam. Dankzij de hulp van Piet Koenis, kenner van de historie van Obdam, konden wij ook de locatie van deze hangplek achterhalen.

1685 4073 00028 1721 galgakker onder Obdam 144 roeden
De "galgacker" van Obdam, oud-notarieel archief Obdam, inventarisnummer 4073 (3 oktober 1721).

Vóór de invoering van het kadaster in 1832 was het bijhouden van een grondadministratie voor belastingheffing een taak van de lokale overheid. Die zogenoemde “leggers” gaan in Obdam terug tot het begin van de achttiende eeuw. Het grondgebied van het dorp was al die tijd onverdeeld in 24 “perken”. Deze zijn vergelijkbaar met de tegenwoordige kadastrale secties.

Een belangrijk aanknopingspunt voor het zoeken is de door de notaris genoemde oppervlakte van 144 roeden. In de meest recente legger, uit 1808, komen we het perceel tegen onder perk 13: “Het Heykert, de oostzijde in de galgakker”. Eigenaar is dan “de pastoor te Obdam” (toegangsnummer 0973, inv.nr. 36). Volgens Piet Koenis is het perceel terug te vinden op de oudste kadastrale kaart van Obdam als sectie B, nummer 31. Dit sluit mooi aan bij de oorspronkelijke aanwijzende tafel van het kadaster uit 1832. Eigenaar is dan namelijk “de tijdelijke pastoor”.

Obdam sectie B detail galgakker
Detail van kadastrale minuutplan van Obdam uit 1825. De pijl wijst op het perceel sectie B 31.

Intrigerend is de vermelding in de legger uit 1722. Ene Pieter Pietersz. is dan eigenaar van “de oostzijd van ’t Heijkert, nu de galgacker”. Achter zijn naam staat: “1729 dood”, met direct daaronder een tweede vermelding: “1728 wijst op Oolof Bakker” - blijkbaar de nieuwe eigenaar - en: “d oostzijd van ’t Heijkert, nuw d’ galgakker”. Vóór beide regels staat in de marge 13, ongetwijfeld een verwijzing naar het “perk”.

0973 33 folio 327 galgakker Obdam klein
Bladzijde 327 uit de legger van 1722.

Wijst het woordje “nu” erop erop dat de naam in 1722 nog maar kort bestond? Onderzoek in het archief van de stede en heerlijkheid Obdam zal het misschien uitwijzen.

chat loading...