Jan Christiaan Sepp (1739-1811) was een uitgever in Amsterdam. Maar hij was ook tekenaar en graveur met een grote interesse in de natuur, vooral in insecten. Al op jonge leeftijd maakte hij samen met zijn vader gravures van insecten. De gravures werden gebundeld en gedrukt. Later volgde meer werken over de natuur, onder andere over vogels in Nederland. Sepp gaf deze boeken uit in zijn eigen uitgeverij. Hij gaf ook boeken van anderen uit, vooral prachtige werken over planten, dieren en insecten hadden zijn belangstelling.
Mark Catesby en George edwards
Het is dan ook niet vreemd dat Sepp interesse had in het werk van Mark Catesby (1682-1749), een Engelse natuuronderzoeker en tekenaar. Catesby had twee reizen naar Amerika gemaakt waar hij veel onderzoek had gedaan naar de plaatselijk flora en fauna. Ook het werk van George Edwards (1694-1773) had de belangstelling van Sepp. Edwards had door Europa gereisd voor zijn onderzoek. Hij was, net als Catesby, een natuuronderzoeker met een grote belangstelling voor vogels.
Zowel Edwards als Catesby lieten de resultaten van hun onderzoek drukken in Engeland. Een selectie van het werk van Catesby en Edwards werd in Duitsland uitgegeven door Seligmann. Dit werk werd door M. Houttuijn bewerkt en naar het Nederlands vertaald en vervolgens vanaf 1772 bij Sepp gedrukt.
vijf banden
Het uiteindelijke resultaat bestaat uit vijf banden van een groot formaat. Met daarin prachtige ingekleurde platen van vogels, insecten, planten en dieren. Bij elk dier staat voorin een beschrijving. Het waren ongetwijfeld kostbare boeken die alleen de rijkere laag van de bevolking kon veroorloven. De boeken in het bezit van het Westfries Archief komen oorspronkelijk uit het legaat van mevrouw H.M. de Vicq-Carbassius.